Na een terugstelling op de fabriekswaarden wordt het wachtwoord teruggezet op "0".
Elke verandering van het wachtwoord heeft effect bij het indrukken van Mode of Set en
voor elke volgende wijziging van een parameter moet het nieuwe wachtwoord opnieuw
worden ingevoerd (bv. de installateur voert alle instellingen uit met de standaardwaarde
voor PW = 0 en als laatste stelt hij het wachtwoord in, om er zeker van te zijn dat de ma-
chine zonder verdere actie al beveiligd is).
Bij verlies van het wachtwoord zijn er 2 mogelijkheden om de parameters van het apparaat
te veranderen:
• De waarden van alle parameters noteren, het apparaat terugzetten op de fabriek-
swaarden, zie paragraaf 7.3. De reset wist alle parameters van het apparaat, inclus-
ief het wachtwoord.
• Het nummer op de wachtwoordpagina noteren, een mail met dit nummer naar uw
assistentiecentrum sturen, binnen enkele dagen krijgt u het wachtwoord toegestuurd
om het apparaat te deblokkeren.
6 - VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Het apparaat is voorzien van veiligheidssystemen die erop gericht zijn de pomp, motor,
voedingslijn en inverter te beschermen. Als er één of meer beveiligingen worden geac-
tiveerd, wordt de beveiliging met de hoogste prioriteit onmiddellijk gesignaleerd op het
display. Afhankelijk van het type fout kan de motor stoppen, maar wanneer de normale
omstandigheden zijn hersteld, kan de foutstatus onmiddellijke automatisch worden opge-
heven, of na een bepaalde tijd na een automatische terugstelling.
In het geval van blokkering door watergebrek (BL), blokkering door overstroom van de
motor (OC), blokkering door directe kortsluiting tussen de motorfasen (SC), kan worden
geprobeerd de foutconditie handmatig te verlaten door tegelijkertijd op de toetsen "˄" en
"˅" te drukken en hen los te laten. Als de foutconditie aanhoudt, moet de oorzaak van de
storing worden opgeheven.
Bij een blokkering vanwege een van de interne fouten E18, E19, E20, E21 moet 15 mi-
nuten worden gewacht terwijl het apparaat wordt gevoed, zodat de geblokkeerde toestand
automatisch kan worden opgelost.
Alarm in de storingengeschiedenis
Indicatie op display
PD
Beschrijving
Onjuiste uitschakeling
FA
Tabel 7: Alarmen
Blokkeercondities
Indicatie op display
Blokkering wegens oververhitting pomp
PH
BL
BP1
Blokkering wegens leesfout op druksensor perszijde
BP2
Blokkering wegens leesfout op druksensor aanzuigzijde
Blokkering wegens voedingsspanning buiten grenzen
PB
LP
HP
Blokkering wegens oververhitting van vermogensstadia
OT
Blokkering wegens overstroom in de motor
OC
Blokkering wegens kortsluiting tussen de motorfasen
SC
Blokkering wegens kortsluiting naar aarde
ESC
HL
Blokkering wegens afgekoppelde motor
NC
Blokkering wegens de i-nde interne fout
Ei
Blokkering wegens i-nde interne spanning buiten tolerantie
Vi
Blokkering wegens abnormale cycling die is waargenomen in het systeem
EY
Tabel 8: Aanduiding van de blokkeringen
6.1 - Beschrijving van de blokkeringen
6.1.1 - "BL" Anti Dry-Run (beveiliging tegen droog lopen)
In situaties zonder water wordt de pomp automatisch gestopt na de tijd TB. Dit wordt
NEDERLANDS
Problemen in het koelsysteem
Beschrijving
Blokkering wegens watergebrek
Blokkering wegens lage DC-spanning
Blokkering wegens hoge DC-spanning
Warme vloeistof
NL
164