NL
NEDERLANDS
De foutcondities worden aangegeven in Tabel 8. De andere weergaven worden vermeld
in Tabel 4.
Fout- en statuscondities die worden weergegeven
Identificator
GO
SB
DIS
F4
Status / alarm Functie lagedruksignaal aanzuigzijde
Schrijven en opnieuw lezen op EEprom van de fabrieksinstellingen
EE
WARN.
Waarschuwing wegens ontbreken voedingsspanning
Lage spanning
Tabel 4: Status- en foutberichten op de hoofdpagina
De andere menupagina's variëren naargelang de functies die eraan gekoppeld zijn en wor-
den achtereenvolgens beschreven naar type indicatie of instelling. Nadat een willekeurig
menu geopend is, verschijnt onderaan de pagina altijd een samenvatting van de belangrijk-
ste werkingsparameters (bedrijfstoestand of eventuele storing, werkelijke snelheid en druk).
Hierdoor heeft men de fundamentele machineparameters altijd in het oog.
Afb. 15: weergave van een menuparameter
Indicaties van de statusbalk onderaan op elke pagina
Identificator
GO
157
Beschrijving
Motor in bedrijf
Motor gestopt
Motorstatus handmatig gedeactiveerd
Beschrijving
Motor in bedrijf
SB
Gedeactiveerd
Motorstatus handmatig gedeactiveerd
rpm
bar
Aanwezigheid van een fout die aansturing van de elektropomp verhindert
FAULT
Tabel 5: Aanduidingen in de statusbalk
Op de pagina's die de parameters weergeven kunnen verschijnen: numerieke waarden en
meeteenheid van het huidige item, waarden van andere parameters die gebonden zijn aan
de instelling van het huidige item, grafische balk, lijsten, zie Afbeelding 15.
4.4 - Blokkering parameterinstelling via wachtwoord
Het apparaat heeft een beveiligingssysteem met wachtwoord. Als er een wachtwoord wordt
ingesteld, zijn de parameters van het apparaat altijd toegankelijk en zichtbaar, maar kun-
nen ze niet worden gewijzigd.
Het beheerssysteem van het wachtwoord bevindt zich in het menu "Technische assistentie"
en wordt beheerd door middel van de parameter PW.
4.5 - Activering/deactivering van de motor
In normale bedrijfsomstandigheden heeft het indrukken en vervolgens loslaten van beide
toetsen "˄" en "˅" blokkering/deblokkering van de motor tot gevolg (retentief ook na
uitschakeling). Als er een storingsalarm aanwezig is, reset bovenstaande handeling het
alarm zelf.
Wanneer de motor uitgeschakeld is, wordt deze toestand aangeduid doordat de witte led
knippert.
Dit commando kan vanaf elke menupagina worden geactiveerd, behalve RF en PW.
5 - BETEKENIS VAN DE AFZONDERLIJKE PARAMETERS
De inverter laat het systeem op constante druk werken. Deze
regeling wordt benut als de hydraulische installatie na het systeem naar be-
horen gedimensioneerd is. Installaties die zijn uitgevoerd met leidingen met
een te kleine doorsnede zorgen voor belastingverliezen die de apparatuur niet
kan compenseren; het resultaat is dat de druk constant is op de sensoren maar
niet op de gebruikspunten.
Motor gestopt
Motortoeren per minuut
Druk van de installatie