NL
NEDERLANDS
• Maak de 4 schroeven op de hoeken van het paneel los met het meegeleverde ge-
reedschap.
• Verwijder de schroeven niet helemaal, geadviseerd wordt hen slechts uit het schroef-
draad in de omkasting van het product te draaien.
• Zorg dat de schroeven niet in het systeem vallen.
• Open het paneel, maar zorg ervoor dat de signaalkabel niet gespannen wordt.
• Plaats het paneel weer terug in de gewenste richting en voorkom dat de kabel be-
kneld raakt.
• Draai de 4 schroeven vast met de hiervoor bestemde sleutel.
149
Afb. 9
2.2.3 Vulwerkzaamheden
Installatie boven en onder waterniveau
Voor wat betreft de positie ten opzichte van het water dat gepompt moet worden, kan de installatie
van het systeem "boven waterniveau" of "onder waterniveau" worden genoemd. In het bijzonder
wordt een installatie "boven waterniveau" genoemd wanneer de pomp op een niveau boven dat
van het te pompen water wordt geplaatst (bv. pomp aan het oppervlak en water in de put); omge-
keerd wordt een installatie "onder waterniveau" genoemd wanneer de pomp op een niveau onder
dat van het te pompen water wordt geplaatst (bv. hangende tank en pomp eronder).
Installatie "boven het wateroppervlak": verwijder met behulp van een schroevendraaier de
vuldop, d.w.z., voor de horizontale configuratie, de dop op vlak F (afb.1). Vul het systeem
met schoon water door de vulopening, en zorg ervoor dat de lucht naar buiten komt: voor
een optimale vulling is het het beste ook de vuldeur op het vlak A (Afb.1) te openen, die wordt
gebruikt voor het vullen in een verticale configuratie, zodat alle lucht naar buiten stroomt die
anders in het systeem opgesloten zou kunnen blijven; zorg dat de openingen goed worden
gesloten nadat de operatie voltooid is. De hoeveelheid water die nodig is om het systeem
te vullen is minstens 0,7 liter. Geadviseerd wordt een terugslagklep aan het uiteinde van de
aanzuigleiding te monteren (bodemklep), zodat ook deze helemaal kan worden gevuld bij
Afb. 10