Grundfos MAGNA3 Installatie- En Bedieningsinstructies pagina 476
Verberg thumbnails
Zie ook voor MAGNA3:
- Installatie- en bedieningsinstructies (62 pagina's) ,
- Bedieningsinstructies (68 pagina's)
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
12.3.4 Constante druk
De pomp handhaaft een constante druk, onafhankelijk van de
waterbehoefte. Zie afb. 22.
H
Afb. 22 Constante druk
12.3.5 Constante temperatuur
Deze regelmodus zorgt voor een constante temperatuur.
Constante temperatuur is een regelmodus voor comfort die kan
worden gebruikt in huishoudelijke warmwatersystemen om het
debiet te regelen teneinde een constante temperatuur in het
systeem te houden. Zie afb. 23. Wanneer deze regelmodus wordt
gebruikt, dan mogen er geen inregelafsluiters in het systeem wor-
den geïnstalleerd.
Als de pomp in de aanvoerleiding is geïnstalleerd, dan moet een
externe temperatuursensor in de retourleiding van het systeem
worden geïnstalleerd. De sensor moet zo dicht mogelijk bij de
gebruiker (radiator, warmtewisselaar etc.) worden geïnstalleerd.
We adviseren om de pomp in de aanvoerleiding
N.B.
te installeren.
Als de pomp in de retourleiding van het systeem is geïnstalleerd,
dan kan de inwendige temperatuursensor worden gebruikt. In dit
geval moet de pomp zo dicht mogelijk bij de gebruiker
(radiator, warmtewisselaar etc.) worden geïnstalleerd.
De regelmodus met constante temperatuur vermindert ook het
risico op bacteriegroei (bijvoorbeeld Legionella) in het systeem.
Het is mogelijk om het sensorbereik in te stellen:
•
min. -10 °C
•
max. +130 °C.
Om te zorgen dat de pomp in staat is om te rege-
N.B.
len adviseren we om het sensorbereik in te stel-
len tussen -5 en +125 °C.
H
Afb. 23 Constante temperatuur
476
12.3.6 Constante curve
De pomp kan worden ingesteld op bedrijf op basis van een con-
stante curve, zoals bij een ongeregelde pomp. Zie afb. 24.
Het gewenste toerental kan worden ingesteld in % van maximaal
toerental in het bereik van 25 t/m 100 %.
H
Q
Afb. 24 Constante curve
N.B.
H [%]
100 %
Beperkte
max. curve
Afb. 25 Vermogen- en drukbeperkingen zijn van invloed op de
Q
Afhankelijk van de systeemkarakteristiek en het
werkpunt kan de 100 % instelling een beetje lager
zijn dan de actuele max. curve van de pomp,
ondanks dat het display 100 % aangeeft. Dit komt
door vermogen- en drukbeperkingen die in de
pomp worden opgebouwd. De afwijking varieert
met het pompmodel en drukverliezen in de leidin-
gen.
Actueel werkpunt
max. curve
Q
Max. curve
3
Q [m
/h]
Advertenties
