Download Print deze pagina

ABB 6173/11 U-500 Handleiding pagina 79

Advertenties

i Bij het opslaan van de offset-lamellenpositie bij busspanningsuitval: de via het object inge-
stelde offsetwaarde wordt alleen opgeslagen, wanneer daarvoor gedurende minimaal
20 seconden na de laatste reset ononderbroken busspanning ter beschikking heeft ge-
staan (energiebuffer voor opslaan voldoende geladen). Anders wordt niet opgeslagen!
i De lamellenoffset heeft op het gedrag van een uitgang aan het einde van een beschadu-
wing (zon/schaduw einde) geen invloed.
Reactie bij zon/schaduw einde instellen (alleen bij eenvoudige zonwering)
Aan het einde van een beschaduwing, evt. na afloop van de vertragingstijd, vertoont de uitgang
de ingestelde reactie, wanneer op het tijdstip van uitschakeling geen functie met een hogere pri-
oriteit actief is. De ingestelde reactie wordt aan het einde van een beschaduwing ook niet uitge-
voerd, wanneer de directe bediening conform de prioriteit het zonneschijnsignaal overruled.
De reactie bij het einde van een beschaduwing wordt op de parameterpagina
"A1 - zonwering einde" ingesteld. Afhankelijk van de ingestelde bedieningsmodus past de ETS
de tekst van de parameterinstellingen aan ("op" ↔ "klep openen" / "neer" ↔ "klep sluiten").
De zonweringsfunctie moet op de parameterpagina "A1 – Vrijgaven" zijn vrijgegeven, zodat de
parameters voor de zonwering zichtbaar zijn.
De eenvoudige zonwering moet geconfigureerd zijn.
o
De parameter "Reactie bij zon/schaduw einde" instellen op "geen reactie".
Aan het einde van de beschaduwing vertoont het relais van de uitgang geen reactie. Bewe-
gingen die op dat moment actief zijn worden volledig uitgevoerd.
o
De parameter "Reactie bij zon/schaduw einde" instellen op "op" of "klep openen".
Het apparaat beweegt de installatie aan het einde van de beschaduwing naar boven of
opent de ventilatieklep.
o
De parameter "Reactie bij zon/schaduw einde" instellen op "neer" of "klep sluiten".
Het apparaat beweegt de installatie aan het einde van de beschaduwing naar beneden of
sluit de ventilatieklep.
o
De parameter "Reactie bij zon/schaduw einde" instellen op "stop".
Aan het einde van de beschaduwing stuurt het apparaat de relais van de uitgang in de po-
sitie "stop". Daardoor wordt een eventueel actieve aandrijfbeweging onderbroken.
o
De parameter "Reactie bij zon/schaduw einde" instellen op "positie bijwerken".
Aan het einde van de beschaduwing wordt de laatste voor de zonwering statisch ingestelde
toestand ingesteld of de tijdens de zonwering bijgewerkte en intern opgeslagen toestand
op de uitgang ingesteld. Daarbij worden de positieobjecten, het langbedrijfobject en de sce-
nariofunctie bijgewerkt.
i Het bij deze parameter ingestelde gedrag wordt alleen uitgevoerd, wanneer geen functie
met hogere prioriteit (bijv. veiligheid) bij zonweringsvrijgave actief is of een directe bedie-
ning volgens prioriteit niet het zonneschijnsignaal overruled.
i Bij de instelling "positie bijwerken": het apparaat kan alleen absolute posities (positietele-
gram, scenariowaarde) bij einde zonwering bijwerken, wanneer de positiegegevens bekend
zijn en de posities zijn ingesteld. Anders volgt aan het einde van de beschaduwing geen re-
actie.
Positiegegevens kunnen worden bijgewerkt, wanneer voor de zonwering een positie was
gedefinieerd of wanneer tijdens de zonwering een nieuw positietelegram via het positione-
ringsobject is ontvangen. In het laatst genoemde geval wordt een referentiebeweging aan
het einde van de zonwering uitgevoerd, wanneer de positie voor of tijdens de zonwering
niet bekend was.
Ook worden bekende lamellenposities zoals beschreven bijgewerkt. Dat gebeurt ook als de
jaloeziehoogte niet bekend is.
Langbedrijfbewegingen (beweging zonder positie-instelling) worden altijd bijgewerkt.
2273-1-7828 | Rev. 01 | 3.2012
Software "Jaloezie, ventiel, ingang/1.1"
Functiebeschrijving
Pagina 79 van 187

Advertenties

loading