Referentiebeweging uitvoeren (optie)
Het apparaat kan voor uitgang 1 nieuw ingestelde zonwering- of ventilatieklepposities alleen be-
naderen, wanneer de momentele positie bekend is. Hiervoor moet uitgang na het inschakelen
van de busspanning of na iedere programmering door de ETS (fysisch adres, applicatiepro-
gramma, gedeeltelijk) worden gesynchroniseerd. Deze synchronisatie wordt met behulp van
een referentiebeweging uitgevoerd.
Bus- en netspanning moeten zijn ingeschakeld.
o
Indien nog niet gebeurd, de installatie in de bovenste eindstand bewegen (ventilatieklep
volledig openen).
o
Wacht, tot het uitgangsrelais is afgeschakeld (niet alleen de eindschakelaar van de aandrij-
ving).
De referentiebeweging is uitgevoerd.
i Het apparaat slaat de installatie-, lamellen- of ventilatieklepposities vluchtig op. Iedere keer
na uitval van de voedingsspanning (uitval busspanning en netspanning) of na een ETS-
programmering voert het apparaat daarom voor uitgang 1 automatisch een referentiebewe-
ging uit, voordat een nieuwe positie kan worden benaderd.
i Het apparaat genereert voor uitgang 1 na terugkeer van de busspanning een melding
"ongeldige positie", die ook, indien geparametreerd, op de bus kan worden uitgezonden.
De melding wordt ingetrokken (inverse meldwaarde) zodra een referentiebeweging kon
worden uitgevoerd.
2273-1-7828 | Rev. 01 | 3.2012
Montage, elektrische aansluiting en bediening
Pagina 11 van 187