o
Bij het bereiken van de bovenste eindstand (de volledig geopende positie) de meettijd stop-
pen.
o
De bepaalde waarde in een procentuele verhouding tot de installatiebewegingstijd omzet-
ten en in de ETS invoeren (zie "softwarebeschrijving).
i Het verdient aanbeveling meerdere tijdmetingen uit te voeren en de waarden dan te midde-
len.
i De bewegingstijdverlenging kan ook na de ETS-inbedrijfname (busbediening via communi-
catie-objecten) worden bepaald.
Lamellenbewegingstijd meten (alleen bij jaloezieën)
Bij lamellenjaloezieën is de lamellenverstelling vanwege de constructie een onderdeel van de
totale installatiebewegingstijd. De lamellenbewegingstijd staat daarom voor de looptijd tussen
de lamellenpositie "gesloten - 100%" en "geopend - 0%". Voor de berekening van de openings-
hoek van de lamellen heeft het apparaat daarom informatie nodig over de bewegingstijd van de
lamellen.
De lamellen zijn volldig gesloten (als neerwaartse beweging van de jaloezie).
Bus- en netspanning moeten zijn ingeschakeld.
Aanbeveling: bediening van het apparaat door secundaire ingangen (interne werking van in-
gang 1 "OPEN" en 2 "AB" op uitgang 1 = uitleveringstoestand).
o
Meettijd starten en de lamellen via handbediening volledig openen (als opwaartse bewe-
ging jaloezie).
o
Bij het bereiken van de volledig geopende positie de meettijd stoppen.
o
De bepaalde waarde in de ETS invoeren (zie "softwarebeschrijving").
i Het verdient aanbeveling meerdere tijdmetingen uit te voeren en de waarden dan te midde-
len.
i De lamellenbewegingstijd kan ook na de ETS-inbedrijfname (busbediening via communica-
tie-objecten) worden bepaald.
ETS-inbedrijfname uitvoeren
Na meting van de tijden voor uitgang 1 kan het apparaat door de ETS worden geprogram-
meerd. De ETS-inbedrijfstelling beperkt zich in wezen tot het programmeren van het fysische
adres en de applicatiedata.
Projectering en inbedrijfstelling van het apparaat door de ETS3.0d met patch A of door nieuwe-
re versies.
Het apparaat is aangesloten en bedrijfsklaar.
o
Busspanning inschakelen.
Controle: bij het indrukken van de programmeertoets moet de rode
programmeer-LED branden.
Door het inschakelen van de busspanning voert het apparaat het in de ETS geconfigureer-
de "Gedrag na busspanningsterugkeer" uit. In de uitleveringstoestand is dit gedrag voor de
uitgangen als volgt ingesteld...
A1 (jaloezie-uitgang): aandrijving stop,
A2 (ventieluitgang): ventiel sluiten. (werkingsrichting ventiel: spanningsloos gesloten = uit-
gang UIT).
o
Fysische adres en applicatiegegevens met de ETS programmeren.
2273-1-7828 | Rev. 01 | 3.2012
Montage, elektrische aansluiting en bediening
Pagina 10 van 187