Afbeelding 44: Kortsluit- en overbelastingsherkenning bij storing van de ventieluitgang of
Kortsluitings- en overbelastingsherkenning met uitschakeling en testprocedure:
Zodra het apparaat een kortsluitings- of overbelastingsstoring herkent, schakelt het de ventiel-
uitgang direct spanningsloos en gaat over in de storingstoestand. In de storingstoestand is aan-
sturen van de ventieluitgang via de bus niet meer mogelijk. Het apparaat ontvangt weliswaar
nog stelgrootheids- en dwangmatige standtelegrammen en slaat deze op, het voert deze tele-
grammen echter niet uit en zendt ook geen statusterugmeldingen meer via de bus.
Pas, wanneer de storing ook nog 6 minuten na de eerste herkenning niet is opgelost en nog
steeds aanwezig is, blijft het apparaat in de storingstoestand en stuurt een alarmtelegram via de
bus. Deze alarmmelding kan in de ETS worden vrijgeschakeld en verwerkt. Onafhankelijk van
de alarmmelding zendt het apparaat na de 6 minuten herkenningstijd bij aanwezige storing een
stelgrootheids-statustelegram "0 %" of "UIT" via de bus en signaleert daarmee een gedeacti-
veerde ventieluitgang.
i Een door een kortsluiting volledig geopend ventiel (ventiel-werkingsrichting spanningsloos
geopend) wordt bij de statusterugmeldingen als een gesloten ventiel verwerkt, omdat de
ventieltoestand door een storing is veroorzaakt.
Wanneer de storing 6 minuten na de eerste herkenning niet meer aanwezig is (bijv. korte in-
schakeloverbelasting), dan schakelt het apparaat de ventieluitgang onafhankelijk van de stel-
grootheid voor de duur van nogmaals 4 minuten zonder onderbreking in. Pas, wanneer binnen
deze extra inschakelfase van de testprocedure geen nieuwe kortsluiting en geen nieuwe over-
belasting wordt geconstateerd, beëindigt het apparaat na afloop van de 4 minuten de storings-
toestand zonder het uitzenden van een alarmmelding.
Het apparaat reactiveert dan de bijgewerkte gewenste ventielpositie, die voor de kortsluiting- of
overbelastingsstoring als laatste actief was of tijdens de storingstoestand als laatste via de bus
is ontvangen. Het apparaat schakelt dus de eerder uitgeschakelde ventieluitgang evt. weer in
en actualiseert ook de statusmeldingen. Daarbij wordt ook een dwangmatige stand bijgewerkt,
voor zover deze voor de storing actief was of tijdens de storing werd geactiveerd.
i De cyclische bewaking van de stelgrootheid is tijdens de storingstoestand niet actief. Pas
bij het resetten van de storingstoestand wordt de cyclustijd van de cyclische bewaking op-
nieuw gestart.
Resetten van een kortsluitings-/overbelastingsstoring:
2273-1-7828 | Rev. 01 | 3.2012
Software "Jaloezie, ventiel, ingang/1.1"
ventielaandrijving
Functiebeschrijving
Pagina 121 van 187