seerd, voor zover de busspanning is ingeschakeld.
De terugmeldobjecten worden bij de volgende events geactualiseerd...
-
aan het einde van een aandrijfbeweging inclusief lamellenpositionering bij jaloezieën, wan-
neer de aandrijving stopt en de nieuwe positie is ingesteld,
-
bij een eindstandbeweging al wanneer rekenkundig de eindstand wordt bereikt, dus voor
afloop van de 20 %-verlenging en de bewegingstijdverlenging.
De terugmeldobjecten worden niet geactualiseerd, wanneer de laatst teruggemelde positie na
een beweging niet is veranderd (bijv. bij opnieuw positioneren van de jaloezie wordt de onver-
anderde lamellenpositie niet opnieuw teruggemeld).
Het apparaat kan geen positie voor de terugmelding berekenen, wanneer de actuele positiege-
gevens na het inschakelen van de busspanning of na een ETS-programmering nog onbekend
zijn. In deze gevallen moet eerst een referentiebeweging (zie "referentiebeweging") worden uit-
gevoerd, zodat een positie-inregeling kan plaatsvinden. Het apparaat voert bij onbekende posi-
ties automatisch referentiebewegingen uit, wanneer nieuwe instelposities worden ontvangen en
deze moeten worden ingesteld. Zolang een positie onbekend is, staat de objectwaarde van de
terugmeldobjecten op "0".
Positieterugmelding voor jaloezie-, rolluik-, markies- of ventilatiekleppositie instellen
De terugmeldingen kunnen worden vrijgegeven en geprojecteerd. Bij vrijgegeven terugmeldin-
gen past de ETS afhankelijk van de ingestelde bedrijfsstand de parameterteksten aan
("terugmelding jaloeziepositie", "terugmelding rolluik-/markiespositie" of
"terugmelding ventilatiekleppositie"). De terugmelding kan als een actief meldobject of als een
passief statusobject worden gebruikt. Als actief meldobject wordt de positieterugmelding bij ie-
dere verandering van de positiewaarde op de bus verzonden. In de functie als passief statusob-
ject volgt geen telegramoverdracht bij verandering. Hier moet de objectwaarde worden uitgele-
zen. De ETS activeert automatisch de voor de functie benodigde communicatieflag van het be-
treffende object.
Bij actief zendend meldobject kan na busspanningsterugkeer de actuele positie op de bus wor-
den verzonden, wanneer de positiewaarde verschilt van de laatst overgedragen waarde. De te-
rugmelding kan in dit geval bij bekende positiegegevens voor de vermindering van de busbelas-
ting tijdvertraagd worden uitgezonden, waarbij de vertragingstijd algemeen voor alle uitgangen
samen wordt ingesteld (zie "vertraging na busspanningsterugkeer").
De terugmeldfuncties van een uitgang moeten op de parameterpagina "A1 – Vrijgaven" zijn vrij-
gegeven. Pas dan zijn de parameters voor de terugmeldingen zichtbaar.
o
De parameters "terugmelding jaloeziepositie", "terugmelding rolluik-/markiespositie" of
"terugmelding ventilatiekleppositie" op de parameterpagina "A1 – terugmeldingen" instellen
op "terugmeldobject is actief meldobject".
Het terugmeldobject wordt vrijgeschakeld. De positie wordt verzonden, zodra er een veran-
dering optreedt. Bij een onbekende positie wordt geen waarde actief uitgezonden.
o
De parameters "terugmelding jaloeziepositie", "terugmelding rolluik-/markiespositie" of
"Rückmeldung Lüftungsklappenposition" op de parameterpagina "A1 – terugmeldingen" in-
stellen op "terugmeldobject is passief statusobject".
Het terugmeldobject wordt vrijgeschakeld. De positie wordt alleen dan als antwoord uitge-
zonden, wanneer het terugmeldobject door de bus wordt uitgelezen. Bij een onbekende po-
sitie wordt de waarde "0" bij het uitlezen teruggemeld.
De terugmelding moet zijn ingesteld als actief zendend.
o
Wanneer een tijdvertraging na busspanningsterugkeer nodig is, de parameter
"tijdvertraging voor terugmelding na busspanningsterugkeer" op de parameterpagina
"A1 – terugmeldingen" op "Ja" parametreren.
2273-1-7828 | Rev. 01 | 3.2012
Software "Jaloezie, ventiel, ingang/1.1"
Functiebeschrijving
Pagina 53 van 187