Het apparaat beweegt de installatie bij het einde van het automatisch bedrijf naar boven of
opent de ventilatieklep.
o
De parameter "reactie bij automatisch bedrijf einde" instellen op "neer" of "klep sluiten".
Het apparaat beweegt de installatie bij het einde van het automatisch bedrijf naar beneden
of sluit de ventilatieklep.
o
De parameter "reactie bij automatisch bedrijf einde" instellen op "stop".
Bij het einde van het automatisch bedrijf stuurt het apparaat de relais van de uitgang in de
positie "stop". Daardoor wordt een eventueel actieve aandrijfbeweging onderbroken.
o
De parameter "reactie bij automatisch bedrijf einde" instellen op "positie bijwerken".
Aan het einde van het automatische bedrijf wordt de laatste voor de zonweringsautomaat
statisch ingestelde toestand ingesteld of de tijdens de actieve zonweringsautomaat bijge-
werkte en intern opgeslagen toestand ingesteld. Daarbij worden de positieobjecten, het
langbedrijfobject en de scenariofunctie bijgewerkt.
i Het bij deze parameter ingestelde gedrag wordt alleen uitgevoerd, wanneer geen functie
met hogere prioriteit (bijv. veiligheid) actief is wanneer het automatisch bedrijf wordt uitge-
schakeld.
i Bij de instelling "positie bijwerken": het apparaat kan alleen absolute posities (positietele-
gram, scenariowaarde) aan het einde van het automatisch bedrijf bijwerken, wanneer de
positiegegevens bekend zijn en de posities zijn ingesteld. Anders volgt aan het einde van
het automatisch bedrijf geen reactie.
Positiegegevens kunnen worden bijgewerkt, wanneer voor de zonweringsautomaat een po-
sitie was gedefinieerd of wanneer tijdens de zonwering een nieuw positietelegram via het
positioneringsobject is ontvangen. In het laatst genoemde geval wordt een referentiebewe-
ging aan het einde van het automatische bedrijf uitgevoerd, wanneer de positie voor of tij-
dens de zonwering niet bekend was.
Ook worden bekende lamellenposities zoals beschreven bijgewerkt. Dat gebeurt ook als de
jaloeziehoogte niet bekend is.
Langbedrijfbewegingen (beweging zonder positie-instelling) worden altijd bijgewerkt.
Tijdvertraging voor zon/schaduw begin en einde instellen
Het via het object "zon/schaduw gevel" ontvangen telegram voor inschakelen of uitschakelen
van de beschaduwing (conform polariteit) kan tijdvertraagd worden verwerkt. De ingestelde ver-
tragingstijden worden zowel bij de eenvoudige als uitgebreide zonwering altijd verwerkt.
De zonweringsfunctie moet op de parameterpagina "A1 – Vrijgaven" zijn vrijgegeven, zodat de
parameters voor de zonwering zichtbaar zijn.
o
De parameter "tijdvertraging zon/schaduw begin" op de parameterpagina
"A1 - zonwering begin" op de gewenste vertragingstijd instellen.
Het telegram voor de inschakeling van de beschaduwing wordt overeenkomstig de instel-
ling vertraagd verwerkt.
o
De parameter "tijdvertraging zon/schaduw einde" op de gewenste vertragingstijd instellen.
Het telegram voor de uitschakeling van de beschaduwing wordt overeenkomstig de instel-
ling vertraagd verwerkt.
i De tijdinstelling "0" in de parameter schakelt de betreffende vertragingstijd uit. In dit geval
wordt de toestand van het zonneschijnsignaal direct verwerkt.
i Bij eenvoudige zonwering: een update op het object "zon/schaduw gevel" (geactiveerd
naar geactiveerd) zorgt rekening houdend met de vertragingstijd voor het opnieuw active-
ren van de zonwering, wanneer deze daarvoor door een directe bediening met lagere of
gelijke prioriteit werd beïnvloed of onderbroken.
2273-1-7828 | Rev. 01 | 3.2012
Software "Jaloezie, ventiel, ingang/1.1"
Functiebeschrijving
Pagina 73 van 187