4.2.2 Opmerkingen over de software
ETS projectering en inbedrijfname
Voor de projectering en de inbedrijfstelling van het apparaat is de ETS3.0 vanaf versie "d" no-
dig. Alleen bij gebruik van deze ETS-patchversie of nieuwere versies komen de voordelen met
betrekking tot het downloaden (duidelijk kortere downloadtijden) en parameter-projectering tot
hun recht. Deze voordelen ontstaan dankzij het gebruik van de maskerversie 7.5.
De voor de ETS3.0d vanaf versie "d" of nieuwere versies benodigde productdatabase wordt in
*.VD4-formaat aangeboden. Het bijbehorende applicatieprogramma heeft versienummer "1.1".
Safe-State-modus
Wanneer het apparaat bijvoorbeeld door een foutieve projectering of inbedrijfname niet correct
werkt, kan de uitvoering van het geladen applicatieprogramma door activeren van de
safe-state-modus worden gepauzeerd. In Safe-State-Mode is aansturing van de uitgangen via
de bus of een verwerking van de ingangen niet mogelijk. Het apparaat gedraagt zich passief,
omdat het applicatieprogramma niet wordt uitgevoerd (uitvoeringstoestand: beëindigd). Alleen
de systeemsoftware werkt nog, zodat ETS-diagnosefuncties en ook het programmeren van het
apparaat verder mogelijk zijn.
Safe-State-modus activeren
o
Busspanning uitschakelen (bijv. door losmaken van het apparaat van de buslijn).
o
Programmeertoets indrukken en ingedrukt houden.
o
Busspanning inschakelen (bijv. door aansluiten van het apparaat op de buslijn). De pro-
grammeertoets pas loslaten, wanneer de programmeer-LED langzaam knippert.
De Safe-State modus is geactiveerd. Door opnieuw kort indrukken van de programmeer-
toets kan de programmeermodus zoals gewend ook in de safe-state-modus in- en uitge-
schakeld worden. Echter de programmeer-LED knippert onafhankelijk van de program-
meermodus verder, zolang de safe-state-modus is geactiveerd.
i De safe-state-modus kan door uitschakelen van de busspanning of door een ETS-pro-
grammering worden beëindigd.
Applicatieprogramma ontladen
Het applicatieprogramma kan door de ETS worden ontladen. In dit geval heeft ook de interne
werking van de secundaire ingangen op de jaloezie-uitgang als onderdeel van het applicatiepro-
gramma geen functie. Het apparaat heeft dan geen functie.
2273-1-7828 | Rev. 01 | 3.2012
Software "Jaloezie, ventiel, ingang/1.1"
Opmerkingen over de software
Pagina 17 van 187