Bij een positionering van de lamellen van een jaloezie door de betreffende communicatieobjec-
ten na busspanningsterugkeer of na een programmering is een lamellen-referentiebeweging no-
dig, wanneer de jaloezie nog niet op of neer gedurende minimaal de geparametreerde lamellen-
bewegingstijd werd bewogen. Bij de lamellenreferentiebeweging beweegt het apparaat eerste
voor de duur van de geparametreerde lamellenbewegingstijd naar de volledig geopende positie
(0 %) en positioneert daarna de lamellen in de gewenste positie. De lamellenpositie geldt bo-
vendien als ingeregeld, zodra de jaloezie door een langbedrijfcommando in op- of neerwaartse
richting gedurende minimaal de geparametreerde lamellenbewegingstijd heeft bewogen.
i Een afgesloten referentiebeweging van de jaloezie regelt direct ook de lamellenpositie in.
i Wanneer een referentiebeweging bijvoorbeeld door een kortbedrijf wordt onderbroken, dan
is de positie weer onbekend.
i Een via het betreffende communicatieobject geactiveerde langbedrijf naar de onderste
eindstand regelt ook de referentiepositie in.
i Bovendien kan bij de zonweringsfunctie voor ieder zonweringsbeweging een referentiebe-
weging worden afgedwongen, ook wanneer de posities bekend zijn. Daardoor kan worden
gewaarborgd, dat bij zonwering ook na meerdere positiebewegingen altijd exact de gepara-
metreerde zonweringspositie wordt ingenomen.
i Wanneer de aangesloten aandrijvingen vaak (bijvoorbeeld meerdere keren per dag) wor-
den gepositioneerd, dan kan na enige tijd onnauwkeurigheid in de positionering optreden.
Deze positie-afwijkingen van de gewenste positie worden meestal veroorzaakt door fysi-
sche invloeden. Om tijdens bedrijf altijd de exacte positionering te realiseren, verdient het
aanbeveling, minimaal eenmaal per dag de referentiebeweging uit te voeren. Dat kan bij-
voorbeeld door een centraal op-commando op het langbedrijfobject.
Positie-instelling
Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende positie-instellingen...
-
directe positionering via de positioneringsobjecten (directe bediening),
-
positionering door activeren van de zonweringsfunctie,
-
positionering door het gedrag na terugkeer van de busspanning,
-
Positionering door een scenario-oproep.
Positionering via de positioneringsobjecten:
Iedere jaloezie, rolluik, markies of ventilatieklep kan via het beschikbare object "positie ..." direct
worden gepositioneerd. Ook de lamellen hebben een eigen positioneringsobject. De laatst ont-
vangen positie wordt altijd benaderd. Het apparaat geeft geen reactie, wanneer de ingestelde of
te benaderen positiewaarde meerdere keren achter elkaar wordt ontvangen.
Dit type aansturing wordt, zoals ook een bediening via de kortbedrijf-, langbedrijf- of door een
scenario-oproep "direct bedrijf" genoemd. De positionering via de objecten heeft daarom dezelf-
de prioriteit.
Een door de communicatie-objecten geactiveerde positiebeweging kan te allen tijde door een
lang- of kortcommando of door een scenario-oproep worden onderbroken. Het overrulen van
het directe bedrijf is mogelijk door een functie van hoger niveau zoals bijv. veiligheid of zonwe-
ring (parametreerbaar).
De positietelegrammen moeten het 1 byte dataformaat hebben conform het
KNX datapunttype 5.001 (scaling). Het apparaat rekent de ontvangen waarde (0...255) lineair
om in een positie (0...100 %) (zie tabel 4).
Ontvangen waarde
(0...255)
0
↓
255
Tabel 4: Dataformaat van de positioneringsobjecten met omrekening in procentuele positie-
waarde
2273-1-7828 | Rev. 01 | 3.2012
Software "Jaloezie, ventiel, ingang/1.1"
Daaruit afgeleide positie
(0...100 %)
0 % (bovenste eindstand / lamel of ventilatieklep geopend)
↓ (alle tussenwaarden afgerond op 1 %-stappen)
100 % (onderste eindstand / lamel of ventilatieklep gesloten)
Functiebeschrijving
Pagina 51 van 187