9.2
Spuitvloeistof aanmaken
Uitvoering
UX BAG0035.0 11.06
GEVAAR
Draag altijd veiligheidshandschoenen en de nodige
veiligheidskleding! Bij het aanmaken van de spuitvloeistof
bestaat het grootste risico om met het
gewasbeschermingsmiddel in contact te komen.
•
Neem naast de hier vermelde, algemeen geldende aanwijzingen
ook de in de gebruiksaanwijzingen van de
gewasbeschermingsmiddelen beschreven, productspecifieke
werkwijzen in acht.
•
De voorgeschreven water- en preparaatdoseringen vindt u in de
gebruiksaanwijzing van het gewasbeschermingsmiddel.
•
Lees de gebruiksaanwijzing van het preparaat en neem de
daarin beschreven voorzorgsmaatregelen in acht!
•
We raden u aan om een bezoekje te brengen aan onze
homepage www.Wirkstoffmanager.de op het internet. Hier kunt
u door een computerprogramma de vul- en navulhoeveelheden
laten berekenen.
•
Bereken zorgvuldig de benodigde hoeveelheid spuitvloeistof of
de navulhoeveelheid om de restvloeistof na het spuiten te
beperken, omdat een milieuvriendelijke verwerking van de
restvloeistof erg moeilijk is.
ο
Gebruik voor de berekening van de benodigde
navulhoeveelheid voor de laatst spuitvloeistoftankvulling de
"Vultabel voor resterende oppervlakken". Trek hierbij de
technische, onverdunde resthoeveelheid uit de spuitboom
van de berekende navulhoeveelheid af!
→
Zie hiervoor hoofdstuk "Vultabel voor resterende oppervlakken",
pagina 135.
•
Geleegd preparaatreservoir zorgvuldig uitspoelen (b.v. met
recipiëntspoeling) en het spoelwater aan het spuitmiddel
toevoegen!
1. Bepaal de vereiste water- en preparaatdosering aan de hand
van de gebruiksaanwijzing van het gewasbeschermingsmiddel.
2. Bereken de vul- en navulhoeveelheden voor het te behandelen
oppervlak.
3. Vul de spuitvloeistoftank half met water.
4. Roerwerk inschakelen.
5. Berekende hoeveelheid preparaat toevoegen.
6. Ontbrekende waterhoeveelheid toevoegen.
7. Roer de spuitvloeistof voor het spuiten conform de aanwijzingen
van de fabrikant van de spuitvloeistof.
Werken met de machine
133