Werken met de machine
9.1
Spuiten voorbereiden
132
•
Voor het nauwkeurig toedienen van
gewasbeschermingsmiddelen moet de veldspuit in goede staat
zijn. Laat de veldspuit regelmatig op de testbank testen. Verhelp
eventuele storingen meteen.
•
Gebruik alle voorgeschreven filters. Reinig de filters regelmatig.
Een storingvrije werking van de veldspuit wordt alleen door een
perfecte filtrering van de spuitvloeistof bereikt. Een perfecte
filtrering beïnvloedt in aanzienlijke mate het behandelingssucces
van de gewasbeschermingsmaatregel.
•
Neem de toegestane combinaties van de filters resp. de
maaswijdtes in acht. De maaswijdtes van de zelfreinigende
drukfilter en de spuitdopfilters moeten altijd kleiner zijn dan de
spuitdopopening van de gebruikte spuitdoppen.
•
Het standaard ingebouwde drukfilterelement van de
zelfreinigende drukfilter heeft een maaswijdte van 0,3 mm bij
een maasgetal van 50 gaatjes/inch. Dit drukfilterelement is
geschikt voor een spuitdopgrootte vanaf '03'.
ο
Voor de spuitdopgrootte '02' is het drukfilterelement met 80
gaatjes/inch (speciale uitrusting) vereist.
ο
Voor de spuitdopgrootte '015' en '01' is het
drukfilterelement met 100 gaatjes/inch (speciale uitrusting)
vereist.
ο
Houd er rekening mee dat het gebruik van de
drukfilterelementen met 80 resp. 100 gaatjes/inch bij
sommige gewasbeschermingsmiddelen voor het uitfilteren
van stoffen kan zorgen. Vraag om informatie bij de
fabrikant van het gewasbeschermingsmiddel.
→
Meer hierover zie hoofdstuk "Filteruitrusting", pagina 77.
•
Reinigen de veldspuit altijd voor u een ander
gewasbeschermingsmiddel gebruikt.
•
Spoel de spuitdopleiding
ο
bij elke spuitdopwissel.
ο
voor het inbouwen van andere spuitdoppen.
ο
voor het verdraaien van de drievoudige spuitdopkop op een
andere spuitdop.
→
Zie hiervoor hoofdstuk "Reiniging"
UX BAG0035.0 11.06