Nederlands (NL) Installatie- en bedieningsinstructies
Vertaling van de oorspronkelijke Engelse versie
INHOUD
1.
Algemene informatie
1.1
Introductie
1.2
Toepassingen
2.
Veiligheid
2.1
Identificatie van de veiligheidsinstructies in deze
handleiding
2.2
Kwalificatie en training van het personeel
2.3
Risico's wanneer de veiligheidsinstructies niet worden
aangehouden
2.4
Veiligheidsbewust werken
2.5
Veiligheidsinstructies voor de afnemer/gebruiker
2.6
Veiligheidsinstructies voor onderhoud, inspectie en
installatiewerk
2.7
Ongeautoriseerde modificatie en productie van
reservedelen
2.8
Onjuiste bedrijfsmethoden
2.9
De veiligheid van het systeem in geval van een sto-
ring in het doseersysteem
3.
Technische gegevens
3.1
Identificatie
3.2
Pompmodellen en pomptypen
3.3
Pompcapaciteit
3.4
Zuighoogten
3.5
Opvoerhoogtes
3.6
Omgevings- en bedrijfsomstandigheden
3.7
Doseermedium
3.8
Elektrische gegevens
3.9
AR-besturingseenheid
3.10 Gewichten
3.11 Maatschetsen
3.12 Maattekeningen
4.
Transport en opslag
4.1
Aflevering
4.2
Tussentijdse opslag
4.3
Uitpakken
4.4
Retour zenden
5.
Installatie
5.1
Optimale installatie
5.2
Installatietips
5.3
Montage
5.4
Slangen / leidingen
5.5
Aansluiten van de zuig- en persleidingen
6.
Elektrische aansluitingen
6.1
Uitvoeringen met netstekker
6.2
Uitvoeringen zonder netstekker
7.
Inbedrijfname
7.1
Controles voor het opstarten
7.2
Opstarten
8.
Bedrijf
8.1
Omschrijving van de pomp
8.2
Aan/uit schakelen
8.3
Instellen van de doseerdoorstroming m.b.v. de slag-
lengte
8.4
Slaglengte-instelling
8.5
Instelling van de slagfrequentie m.b.v. een frequen-
tie-omvormer
8.6
Gebruik van de AR-besturingseenheid
9.
Bediening met overige elektronica
9.1
Elektronicaversie slagsensor
9.2
Elektronische membraanlekkagesensor
10.
Integraal veiligheidsventiel
10.1 Functie
10.2 Toelaatbare media
10.3 Aansluitingen
10.4 Instellen van de openingsdruk
10.5 Ontluchten
10.6 Storingzoekschema
11.
Onderhoud
11.1 Algemene opmerkingen
11.2 Reinigings- en onderhoudsintervallen
11.3 Reinigen van de zuig- en persventielen
Pagina
11.4 Onderhoud van het veiligheidsventiel
249
11.5 Vervangen van het membraan
249
12.
Storingzoekschema
249
13.
Doseergrafieken
250
14.
Afvalverwijdering
250
Waarschuwing
250
Lees voorafgaande aan de installatie, deze installa-
250
tie- en bedieningsinstructies. De installatie en bedie-
250
ning moet voldoen aan de lokale regelgeving en
250
gangbare gedragscodes.
250
1. Algemene informatie
250
1.1 Introductie
250
Deze installatie- en bedieningsinstructies bevatten alle informatie
die nodig is voor het opstarten en gebruik van de DMX 226
250
doseerpomp.
251
Neem contact op met Grundfos voor meer informatie, of in geval
251
van problemen die niet in detail in deze handleiding beschreven
252
zijn.
253
254
1.2 Toepassingen
256
De DMX 226 pomp is geschikt voor vloeibare, niet abrasieve en
258
niet brandbare media en strikt in overeenstemming met de
258
instructies in deze handleiding.
258
258
Waarschuwing
259
Andere toepassingen of gebruik van de pompen
260
onder omgevings- en bedrijfscondities die niet zijn
264
goedgekeurd, worden als onjuist beschouwd en zijn
266
niet toegestaan. Grundfos aanvaardt geen aanspra-
266
kelijkeid voor enige schade die voortvloeit uit onjuist
266
gebruik.
266
Wanneer een pomp explosieveilig is, is dit aangege-
266
ven op de pomp en motortypeplaatjes.
267
De conformiteitsverklaring die wordt meegeleverd
267
N.B.
met explosieveilige pompen die zijn goedgekeurd
267
conform de richtlijn 2014/34/EU vervangt de confor-
268
miteitsverklaring in deze handleiding.
268
269
Waarschuwing
269
Wanneer explosieveilige pompen worden gebruikt in
269
potentieel explosiegevaarlijke zones conform de
269
2014/34/EU richtlijn, dan moeten de instructies
270
"ATEX gecertificeerde pompen" alsmdede de instruc-
270
ties in deze handleiding worden aangehouden.
270
271
271
271
271
272
272
272
272
272
273
275
275
275
275
275
275
276
276
276
276
276
276
277
278
279
279
249