Parameterbeschrijving
4-50 Waarschuwing stroom laag
Range:
Functie:
0.00
[Application
Stel de waarde voor I
A
dependant]
motorstroom lager wordt dan deze
*
begrenzing (I
de melding 'Stroom laag'. De signaaluit-
gangen kunnen worden geprogrammeerd
voor het genereren van een statussignaal
via klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01 of
02. Zie de afbeelding in deze sectie.
4-51 Waarschuwing stroom hoog
Range:
Application
[Application
Stel de waarde voor I
dependent
dependant]
Wanneer de motorstroom hoger
*
wordt dan deze begrenzing (I
verschijnt op het display de
melding 'Stroom hoog'. De signaal-
uitgangen kunnen worden
geprogrammeerd voor het
genereren van een statussignaal via
klem 27 of 29 en via relaisuitgang
01 of 02. Zie de afbeelding in deze
sectie.
4-52 Waarschuwing snelheid laag
Range:
0 RPM
[Application dependant]
*
4-53 Waarschuwing snelheid hoog
Range:
Functie:
Application
[Application
Voer de waarde voor n
dependent
dependant]
Wanneer de motorsnelheid deze
*
waarde (n
verschijnt op het display de melding
'Snelh. hoog'. De signaaluitgangen
kunnen worden geprogrammeerd
voor het genereren van een status-
signaal via klem 27 of 29 en via
relaisuitgang 01 of 02. Programmeer
het signaal voor de hoge begrenzing
van de motorsnelheid n
het normale werkbereik van de
frequentieomvormer. Zie de
afbeelding in deze sectie.
NB
Wanneer de instelling van 4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM]
wordt gewijzigd, zal 4-53 Waarschuwing snelheid hoog
worden ingesteld op dezelfde waarde als 4-13 Motorsnelh.
hoge begr. [RPM].
Als voor 4-53 Waarschuwing snelheid hoog een andere
waarde nodig is, moet deze worden ingesteld nadat
4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] is geprogrammeerd!
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
in. Wanneer de
LOW
) verschijnt op het display
LOW
Functie:
in.
HIGH
)
HIGH
Functie:
in.
HIGH
) overschrijdt,
HIGH
binnen
HIGH
®
MG.11.CB.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
4-54 Waarsch: referentie laag
Range:
Functie:
-999999.999
[Application
Stel de lage referentiebegrenzing in.
*
dependant]
Als de huidige referentie lager
wordt dan deze begrenzing geeft
het display 'Ref laag' aan. De
signaaluitgangen kunnen worden
geprogrammeerd voor het
genereren van een statussignaal via
klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01
of 02.
4-55 Waarsch: referentie hoog
Range:
Functie:
999999.999
[Application
Stel de hoge referentiebegrenzing in.
*
dependant]
Als de huidige referentie hoger
wordt dan deze begrenzing geeft
het display 'Ref hoog' aan. De
signaaluitgangen kunnen worden
geprogrammeerd voor het
genereren van een statussignaal via
klem 27 of 29 en via relaisuitgang 01
of 02.
4-56 Waarsch: terugk. laag
Range:
-999999.999
[Application
ProcessCtrlUnit
dependant]
*
4-57 Waarsch: terugk. hoog
Range:
999999.999
[Application
ProcessCtrlUnit
dependant]
*
Functie:
Stel de lage terugkoppelbe-
grenzing in. Als de
terugkoppeling lager wordt dan
deze begrenzing geeft het
display 'Terugk. laag' aan. De
signaaluitgangen kunnen
worden geprogrammeerd voor
het genereren van een status-
signaal via klem 27 of 29 en via
relaisuitgang 01 of 02.
Functie:
Stel de hoge terugkoppelings-
begrenzing in. Als de
terugkoppeling hoger wordt
dan deze begrenzing geeft het
display 'Terugk. hoog' aan. De
signaaluitgangen kunnen
worden geprogrammeerd voor
het genereren van een status-
signaal via klem 27 of 29 en via
relaisuitgang 01 of 02.
59
3
3