Parameterbeschrijving
0-11 Setup wijzigen
Option:
3
3
[0]
Fabrieks-
instell.
[1]
Setup 1
[2]
Setup 2
[3]
Setup 3
[4]
Setup 4
[9]
Actieve
*
setup
0-12 Setup gekoppeld aan
Option:
28
VLT
Functie:
Selecteer de setup die tijdens bedrijf moet
worden gewijzigd (d.w.z. geprogrammeerd); dit
kan de actieve setup zijn of een van de
inactieve setups. Het nummer van de setup die
wordt gewijzigd, wordt tussen haakjes ()
weergegeven op het LCP.
kan niet worden gewijzigd maar is nuttig als
gegevensbron wanneer de andere setups in
een bekende staat moeten worden terugge-
bracht.
Setup 1 [1] tot Setup 4 [4] kunnen vrij worden
gewijzigd tijdens bedrijf, ongeacht welke setup
actief is.
(d.w.z. de setup op basis waarvan de frequen-
tieomvormer werkt) kan ook worden gewijzigd
tijdens bedrijf. Het wijzigen van parameters in
de geselecteerde setup wordt gewoonlijk
gedaan vanaf het LCP maar is tevens mogelijk
via een seriële-communicatiepoort.
Functie:
Deze parameter hoeft alleen te worden
ingesteld als er van setup moet worden
gewisseld terwijl de motor loopt. Het zorgt
ervoor dat parameters die niet tijdens bedrijf
kunnen worden gewijzigd, dezelfde waarde
hebben in alle relevante setups.
Om probleemloos over te kunnen schakelen
naar een andere setup terwijl de frequentie-
omvormer in bedrijf is, moeten setups met
parameters die niet tijdens bedrijf te wijzigen
zijn worden gekoppeld. De koppeling zorgt
ervoor dat de 'niet te wijzigen tijdens bedrijf'
parameters worden gesynchroniseerd
wanneer tijdens bedrijf tussen setups wordt
geschakeld. 'Niet te wijzigen tijdens bedrijf'
parameters zijn gemarkeerd als FALSE in de
parameterlijst in de sectie Parameterlijsten.
De functie 0-12 Setup gekoppeld aan wordt
gebruikt wanneer 0-10 Actieve setup is
ingesteld op Multi setup. Multi setup kan
worden gebruikt om tussen setups te
schakelen tijdens bedrijf (d.w.z. terwijl de
motor draait).
Voorbeeld:
Gebruik Multi setup om van Setup 1 naar
Setup 2 te schakelen terwijl de motor draait.
Stel eerst de parameters voor Setup 1 in en
MG.11.CB.10 – VLT
®
HVAC Drive Programmeerhandleiding
0-12 Setup gekoppeld aan
Option:
[0]
Niet
*
gekoppeld
[1]
Setup 1
[2]
Setup 2
[3]
Setup 3
[4]
Setup 4
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Functie:
zorg er vervolgens voor dat Setup 1 en Setup
2 worden gesynchroniseerd (of 'gekoppeld').
De synchronisatie kan worden uitgevoerd op
twee manieren:
1. Wijzig de instelling van 0-11 Setup wijzigen
naar Setup 2 [2] en stel 0-12 Setup gekoppeld
aan in op Setup 1 [1]. Dit zal het
koppelings(synchronisatie)proces starten.
OF
2. Gebruik, terwijl Setup 1 nog actief is,
0-50 LCP kopiëren om Setup 1 te kopiëren
naar Setup 2. Stel 0-12 Setup gekoppeld aan
vervolgens in op Setup 2 [2]. Dit zal het
koppelingsproces starten.
0-13 Uitlez.: Gekopp. setups zal {1,2}
weergeven om aan te geven dat alle 'niet te
wijzigen tijdens bedrijf' parameters identiek
zijn in Setup 1 en Setup 2. Als er een
wijziging optreedt in een 'niet te wijzigen
tijdens bedrijf' parameter, bijv. 1-30 Stator-
weerstand (Rs) in Setup 2, dan zal deze ook
automatisch worden aangepast in Setup 1.
Het is nu mogelijk om tijdens bedrijf tussen
Setup 1 en Setup 2 te schakelen.