Parameterbeschrijving
13-11 Comparator-operator
Array [6]
Option:
Functie:
[0]
<
Selecteer < [0] als het resultaat van de
*
evaluatie TRUE moet zijn indien de in
13-10 Comparator-operand geselecteerde
variabele kleiner is dan de vaste waarde in
13-12 Comparatorwaarde. Het resultaat zal
FALSE zijn als de in 13-10 Comparator-operand
geselecteerde variabele groter is dan de vaste
waarde in 13-12 Comparatorwaarde.
[1]
≈ (gelijk)
Selecteer ≈ [1] als het resultaat van de
evaluatie TRUE moet zijn als de in
13-10 Comparator-operand geselecteerde
variabele ongeveer gelijk is aan de vaste
waarde in 13-12 Comparatorwaarde.
[2]
>
Selecteer > [2] voor de omgekeerde logica van
optie < [0].
[5]
TRUE langer
dan..
[6]
FALSE
langer dan..
[7]
TRUE korter
dan..
[8]
FALSE korter
dan..
13-12 Comparatorwaarde
Array [6]
Range:
Application
[-100000.000 -
dependent
100000.000 ]
*
3.13.5 13-2* Timers
Gebruik het resultaat (TRUE of FALSE) van timers om
rechtstreeks een gebeurtenis te definiëren (zie 13-51 SL
Controller Event) of als booleaanse ingang in een logische
regel (zie 13-40 Logische regel Boolean 1, 13-42 Logische regel
Boolean 2 of 13-44 Logische regel Boolean 3). Een timer is
alleen FALSE als deze wordt geactiveerd door een actie
(d.w.z. Start timer 1 [29]) totdat de ingestelde tijd in deze
parameter is verstreken. Daarna wordt hij weer TRUE.
Alle parameters in deze parametergroep zijn arraypara-
meters met index 0 tot 2. Selecteer index 0 om timer 0 te
programmeren, index 1 om timer 1 te programmeren,
enzovoort.
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
Functie:
Stel het 'triggerniveau' in voor
de variabele die wordt
bewaakt door deze
comparator. Dit is een
arrayparameter die de
comparatorwaarden 0 tot 5
bevat.
®
MG.11.CB.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
13-20 Timer SL-controller
Array [3]
Range:
Application
[Application
dependent
dependant]
*
3.13.6 13-4* Log. regels
Combineer maximaal drie booleaanse ingangen (TRUE/
FALSE-ingangen) van timers, comparatoren, digitale
ingangen, statusbits en gebeurtenissen die de logische
operatoren AND, OR en NOT gebruiken. Selecteer
booleaanse ingangen voor de berekening in 13-40 Logische
regel Boolean 1, 13-42 Logische regel Boolean 2 en
13-44 Logische regel Boolean 3. Definieer de operatoren die
worden gebruikt om de geselecteerde ingangen in
13-41 Logische regel operator 1 en 13-43 Logische regel
operator 2 logisch te combineren.
Par. LC-41
Logic Rule Operator 1
Par. LC-40
Logic Rule Boolean 1
Par. LC-42
Logic Rule Boolean 2
. . .
. . .
Par. LC-44
Logic Rule Boolean 3
Prioriteit van berekening
De resultaten van 13-40 Logische regel Boolean 1,
13-41 Logische regel operator 1 en 13-42 Logische regel
Boolean 2 worden als eerste berekend. Het resultaat (TRUE/
FALSE) van deze berekening wordt gecombineerd met de
instellingen van 13-43 Logische regel operator 2 en
13-44 Logische regel Boolean 3 en bepaalt zo het eindre-
sultaat (TRUE/FALSE) van de logische regel.
13-40 Logische regel Boolean 1
Array [6]
Option:
Functie:
[0]
FALSE
Voert de vaste waarde FALSE in de
*
logische regel in.
[1]
TRUE
Voert de vaste waarde TRUE in de
logische regel in.
[2]
Actief
Zie parametergroep 5-3* voor een
nadere beschrijving.
[3]
Binnen bereik
Zie parametergroep 5-3* voor een
nadere beschrijving.
Functie:
Stel de waarde in voor de
tijdsduur van de FALSE-uitgang
van de geprogrammeerde timer.
Een timer is alleen FALSE als deze
wordt geactiveerd door een actie
(bijv. Start timer 1 [29]) en totdat
de betreffende timerwaarde is
verstreken.
Par. LC-43
Logic Rule Operator 2
. . .
. . .
105
3
3