Parameterbeschrijving
23-53 Energielog
Range:
Functie:
0
[0 -
Een array met hetzelfde aantal elementen als
*
4294967295 ]
het aantal tellers ([00]-[xx] onder het parame-
ternummer op het display). Druk op [OK] en
schuif door de elementen via de toetsen
▼
op het lokale bedieningspaneel.
Arrayelementen:
Gegevens vanaf de laatste periode wordt
opgeslagen in de teller met de hoogste index.
Wanneer het systeem wordt uitgeschakeld,
worden alle tellerwaarden opgeslagen en bij de
volgende inschakeling weer opgehaald.
NB
Alle tellers worden automatisch gereset wanneer de
instelling in 23-50 Energielogresolutie wordt gewijzigd. Bij een
overflow zal het bijwerken van de tellers stoppen bij de
maximale waarde.
NB
Als een Analoge I/O-optiekaart MCB 109 is geïnstalleerd,
wordt tevens voorzien in een backup van datum en tijd.
23-54 Reset energielog
Option:
Functie:
Selecteer Resetten [1] om alle waarden in de
Energielogtellers die in 23-53 Energielog
worden weergegeven, te resetten. Nadat op
[OK] is gedrukt, zal de instelling van de
parameterwaarde automatisch worden
gewijzigd in Niet resetten [0].
[0]
Niet resetten
*
[1]
Resetten
3.21.4 23-6* Trending
Trending wordt gebruikt om een procesvariabele gedurende
een bepaalde tijd te bewaken en te registreren hoe vaak de
gegevens binnen elk van de tien door de gebruiker gedefi-
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
▲
en
®
MG.11.CB.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
nieerde gegevensbereiken vallen. Dit is een handig
hulpmiddel om een snel overzicht te krijgen van bedrijfsele-
menten die kunnen worden verbeterd.
Er kunnen twee datasets worden aangemaakt voor Trending
om het mogelijk te maken om de actuele waarden voor een
geselecteerde bedrijfsvariabele te vergelijken met gegevens
voor een bepaalde referentieperiode voor dezelfde
variabele. Deze referentieperiode kan vooraf worden
geprogrammeerd (23-63 Tijdgeb. periodestart en
23-64 Tijdgeb. periodestop). De twee datasets kunnen worden
uitgelezen via 23-61 Continue bin data (actueel) en
23-62 Tijdgeb. bin data (referentie).
Het is mogelijk om Trending aan te maken voor de volgende
bedrijfsvariabelen:
-
Arbeidsfactor
-
stroom
-
Uitgangsfrequentie
-
Motorsnelheid
De Trendingfunctie beschikt over tien tellers (die samen een
bin vormen) voor elke dataset, bestaande uit de registratie-
getallen die aangeven hoe vaak de bedrijfsvariabele binnen
elk van de vooraf geprogrammeerde intervallen valt. Het
sorteren is gebaseerd op een relatieve waarde van de
variabele.
De relatieve waarde voor de bedrijfsvariabele is
Actueel/Nominaal * 100%
voor Vermogen en Stroom en
Actueel/Max * 100%
voor Uitgangsfrequentie en Motorsnelheid.
De grootte van elk interval kan afzonderlijk worden ingesteld
maar is standaard 10% voor elk. Vermogen en Stroom
kunnen de nominale waarde overschrijden, maar deze
registraties zullen worden opgenomen in de teller voor 90%
- 100% (MAX).
3
3
173