Parameterbeschrijving
16-36 Inv. nom. stroom
Range:
Application
dependent
*
3
3
16-37 Inv. max. stroom
Range:
Application
dependent
*
16-38 SL-controllerstatus
Range:
0
[0 - 100 ] Geef de status weer van de gebeurtenis die wordt
*
16-39 Temp. stuurkaart
Range:
0 C
[0 - 100 C] Geef de temperatuur van de stuurkaart weer in
*
16-40 Logbuffer vol
Option:
Functie:
Geef weer of de logbuffer vol is (zie parametergroep
15-1*). De logbuffer zal nooit vol raken wanneer
15-13 Logmodus is ingesteld op Altijd loggen [0].
[0]
Nee
*
[1]
Ja
16-43 Status tijdgeb. acties
Geef de Modus tijdgeb. acties weer.
Option:
[0]
Tijdgeb. acties auto
*
[1]
Tijdgeb. acties uit
[2]
Constant AAN-acties
[3]
Constant UIT-acties
16-49 Stroomfoutbron
Range:
0
[0 - 8 ] De waarde geeft een indicatie van de bron van de
*
stroomfout, zoals kortsluiting, overstroom en
onbalans fase (v.l.n.r.): [1-4] Inverter, [5-8] Gelijk-
richter, [0] Geen fout geregistreerd
126
Functie:
[0.01 -
Geef de waarde van de nominale
10000.00 A]
stroom van de inverter weer. Deze
waarde moet overeenkomen met
de gegevens op het motortype-
plaatje van de aangesloten motor.
De gegevens worden gebruikt voor
het berekenen van het koppel, de
motorbeveiliging en dergelijke.
Functie:
[0.01 -
Geef de maximale stroom van de
10000.00 A]
inverter weer. Deze waarde moet
overeenkomen met de gegevens
op het motortypeplaatje van de
aangesloten motor. De gegevens
worden gebruikt voor het
berekenen van het koppel, de
motorbeveiliging en dergelijke.
Functie:
uitgevoerd door de SL-controller.
Functie:
°C.
Functie:
MG.11.CB.10 – VLT
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
Na een alarm wegens kortsluiting (imax2) of overstroom
(imax1 of onbalans fase) wordt tevens het nummer van de
relevante voedingskaart aangegeven. Er wordt slechts één
nummer aangegeven, namelijk dat van de voedingskaart
met de hoogste prioriteit (master eerst). De waarde blijft
gehandhaafd na uit- en weer inschakelen. Wanneer er een
nieuw alarm wordt gegenereerd, zal de waarde echter
worden overschreven door het nieuwe voedingskaart-
nummer (zelfs als deze voedingskaart een lagere prioriteit
heeft). De waarde wordt enkel gewist wanneer de alarmlog
wordt geleegd (d.w.z. dat de uitlezing na een 3-vingerige
reset wordt teruggezet naar 0).
3.16.4 16-5* Ref. & terugk.
16-50 Externe referentie
Range:
0.0
[-200.0 - 200.0 ] Geef de totale referentie weer, d.w.z. de
*
16-52 Terugk. [Eenh]
Range:
0.000
ProcessCtrlUnit
16-53 Digi Pot referentie
Range:
0.00
*
Functie:
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Functie:
som van digitale, analoge, vooraf
ingestelde, bus- en vasthoudreferenties,
plus inhalen en vertragen.
Functie:
[-999999.999 -
Geef de waarde weer van de
999999.999
totale terugkoppeling nadat
*
ProcessCtrlUnit]
terugkoppeling 1-3 (zie
16-54 Terugk. 1 [Eenh],
16-55 Terugk. 2 [Eenh] en
16-56) zijn verwerkt door de
terugkoppelingsmanager.
Zie par. 20-0* Terugkop-
peling.
De waarde wordt begrensd
door de instellingen in par.
20-13 en par. 20-14. De
eenheden worden ingesteld
in 20-12 Referentie/
terugk.eenheid.
Functie:
[-200.00 - 200.00 ] Geef de bijdrage van de digitale
potentiometer aan de actuele
referentie weer.