Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT HVAC Drive Programmeerhandleiding pagina 159

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
22-39 Verm. hoge snelh. [pk]
Range:
Application
dependent
*
3
3
3.20.3 22-4* Slaapstand
Als de belasting op het systeem het mogelijk maakt om de
motor te stoppen en de belasting wordt bewaakt, kan de
motor worden gestopt door de slaapstandfunctie in te
schakelen. Dit is geen normaal stopcommando; de motor zal
uitlopen tot 0 tpm en niet langer worden voorzien van
spanning. Als het systeem in de slaapstand staat, worden
bepaalde condities bewaakt om te bepalen wanneer het
systeem weer wordt belast.
Slaapstand kan worden ingeschakeld via Detectie geen flow/
Detectie lage snelh. (te programmeren via de parameters voor
Detectie geen flow; zie het signaal-flowschema in parame-
tergroep 22-2* Detectie geen flow) of via een extern signaal
dat wordt toegepast op een van de digitale ingangen (te
programmeren als Slaapstand [66] via de parameters voor
het configureren van de digitale ingangen, par. 5-1*). De
slaapstand wordt alleen geactiveerd wanneer er geen reacti-
veringscondities aanwezig zijn.
Om het mogelijk te maken om bijv. een elektromechanische
flowschakelaar te gebruiken om een conditie zonder
stroming te detecteren en de Slaapstand in te schakelen,
vindt de actie plaats op de voorflank van het externe signaal
dat wordt toegepast (anders zou de frequentieomvormer
nooit meer uit de Slaapstand komen, aangezien het signaal
continu aangesloten zou zijn).
NB
Als de slaapstand moet worden gebaseerd op Detectie geen
flow/Detectie lage snelh. moet 22-23 Functie geen flow worden
ingesteld op Slaapstand [1].
Als 25-26 Destaging bij geen flow is ingesteld op Ingesch.
wordt door het inschakelen van de slaapstand een
commando naar de cascaderegelaar (indien ingeschakeld)
gestuurd om secundaire pompen (vaste snelheid) gefaseerd
uit te schakelen voordat de hoofdpomp (variabele snelheid)
wordt gestopt.
158
VLT
Functie:
[Application
Moet worden gebruikt als
dependant]
0-03 Regionale instellingen is
ingesteld op Noord-Amerika
(parameter niet zichtbaar als
Internationaal is geselecteerd).
Stel het energieverbruik in op een
snelheidsniveau van 85%.
Deze functie wordt gebruikt om
de benodigde waarden voor de
fijnafstelling van Detectie geen
flow op te slaan.
MG.11.CB.10 – VLT
®
HVAC Drive Programmeerhandleiding
Wanneer de slaapstand actief wordt, verschijnt de tekst
'Slaapstand' op de onderste statusregel van het lokale
bedieningspaneel.
Zie ook het signaal-flowschema in sectie 22-2* Detectie geen
flow.
Er zijn drie manieren om de Slaapstandfunctie te gebruiken:
1) Systemen waarbij de ingebouwde PI-regelaar wordt
gebruikt voor het regelen van de druk of de temperatuur,
bijv. boostsystemen die een drukterugkoppelingssignaal
vanaf een druktransductor naar de frequentieomvormer
sturen. 1-00 Configuratiemodus moet zijn ingesteld op Met
terugk. en de PI-regelaar moet zijn geconfigureerd voor de
gewenste referentie- en terugkoppelingssignalen.
Voorbeeld: Boostsysteem.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave