Parameterbeschrijving
22-42 Reactiv.snelh [tpm]
Range:
Application
dependent
*
3
3
22-43 Reactiv.snelh [Hz]
Range:
Application
dependent
*
22-44 Reactiv.ref/terugk. verschil
Range:
10 %
[0 - 100
*
%]
NB
Als deze functie wordt gebruikt in een toepassing waarbij de
ingebouwde PI-regelaar in 20-71 PID-prestaties is ingesteld
op geïnverteerde werking (bijv. voor koeltorentoepas-
singen), zal de druk automatisch worden verhoogd met de
ingestelde waarde in 22-44 Reactiv.ref/terugk. verschil.
22-45 Boost instelpt
Range:
0
[-100 -
%
100 %]
*
160
Functie:
[Application
Moet worden gebruikt als
dependant]
0-02 Eenh. motortoerental is
ingesteld op TPM (parameter niet
zichtbaar als Hz is geselecteerd).
Kan alleen worden gebruikt als
1-00 Configuratiemodus is ingesteld
op Geen terugk. en een snelheidsre-
ferentie wordt toegepast via een
externe regelaar.
Programmeer de referentiesnelheid
waarbij de Slaapstand moet
worden opgeheven.
Functie:
[Application
Moet worden gebruikt als
dependant]
0-02 Eenh. motortoerental is
ingesteld op Hz (parameter niet
zichtbaar als TPM is geselecteerd).
Kan alleen worden gebruikt als
1-00 Configuratiemodus is ingesteld
op Geen terugk. en een snelheidsre-
ferentie wordt toegepast via een
externe regelaar die de druk regelt.
Programmeer de referentiesnelheid
waarbij de Slaapstand moet worden
opgeheven.
Functie:
Kan alleen worden gebruikt als 1-00 Configura-
tiemodus is ingesteld op Met terugk. en de
ingebouwde PI-regelaar wordt gebruikt om de
druk te regelen.
Programmeer de drukval die is toegestaan
voordat de Slaapstand wordt geannuleerd. Voer
de waarde in als een percentage van het
setpoint voor de druk (Pset).
Functie:
Kan alleen worden gebruikt als 1-00 Configura-
tiemodus is ingesteld op Met terugk. en de
ingebouwde PI-regelaar wordt gebruikt. In
systemen met een constante druk, bijvoorbeeld, kan
het nuttig zijn om de druk in het systeem te
MG.11.CB.10 – VLT
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
22-45 Boost instelpt
Range:
22-46 Max. boosttijd
Range:
60 s
*
s]
3.20.4 22-5* Einde curve
De Einde-curvecondities doen zich voor wanneer een pomp
een te hoog volume genereert om de ingestelde druk te
handhaven. Dit kan het geval zijn bij lekkage in de distribu-
tieleidingen na de pomp waardoor de pomp actief is aan het
einde van de pompkarakteristiek die van toepassing is bij de
maximumsnelheid die is ingesteld in 4-13 Motorsnelh. hoge
begr. [RPM] of 4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz].
Wanneer de terugkoppeling gedurende een vooraf
ingestelde tijd (22-51 Einde-curvevertr.) 2,5% van de
ingestelde waarde in 20-14 Max. referentie/terugk. (of de
numerieke waarde van 20-13 Minimumreferentie/terugk., als
deze hoger is) lager is dan het setpoint voor de gewenste
druk, en de pomp op de ingestelde maximumsnelheid in
4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of 4-14 Motorsnelh. hoge
begr. [Hz] draait, zal de geselecteerde functie in 22-50 Einde-
curvefunctie worden uitgevoerd.
Het is mogelijk om een signaal op een van de digitale
uitgangen te geven door Einde curve [192] te selecteren in
parametergroep 5-3* Dig. uitgangen en/of parametergroep
5-4* Relais. Het signaal zal actief zijn wanneer een Einde-
curveconditie optreedt en 22-50 Einde-curvefunctie niet is
ingesteld op Uit. De Einde-curvefunctie kan enkel worden
gebruikt wanneer wordt gewerkt met de ingebouwde PID-
regelaar (Met terugk. in 1-00 Configuratiemodus).
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Functie:
verhogen voordat de motor wordt gestopt. Dit
verlengt de tijd waarin de motor wordt gestopt en
helpt veelvuldig starten/stoppen te voorkomen.
Programmeer de overdruk/-temperatuur die moet
zijn bereikt voordat het systeem in de Slaapstand
gaat. Voer de waarde in als een percentage van het
setpoint voor de druk (Pset)/temperatuur.
Bij een instelling van 5% zal de boostdruk Pset*1,05
bedragen. Negatieve waarden kunnen worden
gebruikt voor bijvoorbeeld koeltorenbesturing
waarbij een negatieve wijziging nodig is.
Functie:
[0 - 600
Kan alleen worden gebruikt als 1-00 Configura-
tiemodus is ingesteld op Met terugk. en de
ingebouwde PI-regelaar wordt gebruikt om de
druk te regelen.
Programmeer de maximumtijd waarbij de
boostmodus is toegestaan. Als de ingestelde tijd
wordt overschreden, wordt de Slaapstand
geactiveerd en wordt niet gewacht totdat de
boostdruk wordt bereikt.