Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT HVAC Drive Programmeerhandleiding pagina 156

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT HVAC Drive:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
-
Pomp draaiend op maximumsnelheid of
maximumreferentie zonder terugkoppeling,
afhankelijk van welke van deze het laagst is.
Het signaal moet actief zijn gedurende een bepaalde tijd
(22-27 Drogepompvertr.) voordat de geselecteerde actie
wordt uitgevoerd.
Mogelijke acties om te selecteren (22-26 Drogepompfunctie):
-
Waarsch.
-
Alarm
Detectie laag verm. moet zijn ingeschakeld (22-23 Functie
geen flow) en in bedrijf zijn gesteld (parametergroep 22-3*
Verm.aanp. geen flow).
22-20 Laag verm. autosetup
Start de autosetup voor het afstellen van gegevens voor het
vermogen bij geen flow.
Option:
Functie:
[0]
Uit
*
[1]
Ingesch. Wanneer deze parameter is ingesteld op Ingesch.
wordt een autosetupprocedure geactiveerd,
waarbij de snelheid automatisch wordt ingesteld
op circa 50 en 85% van het nominale motortoe-
rental (4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM],
4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]). Bij deze twee
snelheden wordt het energieverbruik automatisch
gemeten en opgeslagen.
Voordat u autosetup inschakelt:
1.
Sluit de klep(pen) om een situatie zonder
flow te creëren.
2.
De frequentieomvormer moet worden
ingesteld op Geen terugk. (1-00 Configura-
tiemodus).
Het is belangrijk om ook 1-03 Koppelkarak-
teristiek in te stellen.
NB
Autosetup moet worden uitgevoerd wanneer het systeem
de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt!
NB
Het is belangrijk dat 4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of
4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] is ingesteld op de max.
bedrijfssnelheid van de motor!
Het is belangrijk om de Autosetup uit te voeren alvorens de
ingebouwde PI-regelaar te configureren, aangezien de instel-
lingen zullen worden gereset wanneer de instelling in
1-00 Configuratiemodus wordt gewijzigd van Met terugk. naar
Geen terugk.
NB
Voer de fijnafstelling uit met de instellingen in 1-03 Koppelka-
rakteristiek die ook na de fijnafstelling gewenst zijn.
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
®
MG.11.CB.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
22-21 Detectie laag verm.
Option:
Functie:
[0]
Uitgesch.
*
[1]
Ingesch.
Wanneer deze parameter is ingesteld op Ingesch.
moet de functie Detectie laag verm. worden
ingeschakeld om de parameters in groep 22-3*
voor een juiste werking in te stellen!
22-22 Detectie lage snelh.
Option:
Functie:
[0]
Uitgesch.
*
[1]
Ingesch.
Selecteer Ingesch. om te detecteren wanneer de
motor werkt op de snelheid die is ingesteld in
4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM] of
4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz].
22-23 Functie geen flow
Standaardacties voor Detectie laag verm. en Detectie lage snelh.
(individuele selectie niet mogelijk).
Option:
Functie:
[0]
Uit
*
[1]
Slaapstand De omvormer zal in de slaapstand gaan en
stoppen wanneer een situatie zonder flow wordt
gedetecteerd. Zie parametergroep 22-4* voor
programmeeropties voor de slaapstand.
[2]
Waarsch.
De omvormer zal actief blijven, maar wel een
waarschuwing wegens geen flow [W92]
genereren. Via een digitale uitgang van de
omvormer of via seriële communicatie kan een
waarschuwing worden doorgegeven aan andere
apparatuur.
[3]
Alarm
De omvormer zal stoppen en een alarm wegens
geen flow [A92] genereren. Via een digitale
uitgang van de omvormer of via seriële
communicatie kan een alarm worden
doorgegeven aan andere apparatuur.
NB
Stel 14-20 Resetmodus niet in op Onbegr. aut. reset [13]
wanneer 22-23 Functie geen flow is ingesteld op Alarm [3]. In
dat geval zal de omvormer namelijk blijven schakelen tussen
actief draaien en stoppen wanneer een situatie zonder flow
wordt gedetecteerd.
NB
Als de omvormer is uitgerust met een constante snelheids-
bypass met een automatische bypassfunctie die de bypass
zal activeren wanneer de omvormer in een alarmtoestand
blijft hangen, moet u de automatische bypassfunctie van de
bypass altijd uitschakelen wanneer Functie geen flow wordt
ingesteld op Alarm [3].
3
3
155

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave