Parameterbeschrijving
22-31 Verm.correctiefactor
Range:
Functie:
100
[1 - 400
Voer correcties uit op het berekende vermogen
%
%]
bij 22-30 Verm. geen flow.
*
Als een situatie zonder flow wordt gedetecteerd,
terwijl deze niet zou moeten worden
gedetecteerd, moet een lagere waarde worden
ingesteld. Als een situatie zonder flow echter niet
wordt gedetecteerd, terwijl deze wél zou moeten
worden gedetecteerd, moet de waarde worden
verhoogd tot meer dan 100%.
22-32 Lage snelh. [tpm]
Range:
Application
[Application
dependent
dependant]
*
22-33 Lage snelh. [Hz]
Range:
Application
[Application
dependent
dependant]
*
22-34 Verm. lage snelh. [kW]
Range:
Application
[Application
dependent
dependant]
*
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
Functie:
Moet worden gebruikt als
0-02 Eenh. motortoerental is
ingesteld op TPM (parameter niet
zichtbaar als Hz is geselecteerd).
Stel de snelheid in voor een
niveau van 50%.
Deze functie wordt gebruikt om
de benodigde waarden voor de
fijnafstelling van Detectie geen
flow op te slaan.
Functie:
Moet worden gebruikt als
0-02 Eenh. motortoerental is
ingesteld op Hz (parameter niet
zichtbaar als TPM is geselecteerd).
Stel de snelheid in voor een
niveau van 50%.
De functie wordt gebruikt om de
benodigde waarden voor de fijnaf-
stelling van Detectie geen flow op
te slaan.
Functie:
Moet worden gebruikt als
0-03 Regionale instellingen is
ingesteld op Internationaal
(parameter niet zichtbaar als
Noord-Amerika is geselecteerd).
Stel het energieverbruik in voor
een snelheidsniveau van 50%.
Deze functie wordt gebruikt om
de benodigde waarden voor de
fijnafstelling van Detectie geen
flow op te slaan.
®
MG.11.CB.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
22-35 Verm. lage snelh. [pk]
Range:
Application
[Application
Moet worden gebruikt als
dependent
dependant]
0-03 Regionale instellingen is
*
ingesteld op Noord-Amerika
(parameter niet zichtbaar als
Internationaal is geselecteerd).
Stel het energieverbruik in voor
een snelheidsniveau van 50%.
Deze functie wordt gebruikt om
de benodigde waarden voor de
fijnafstelling van Detectie geen
flow op te slaan.
22-36 Hoge snelh. [tpm]
Range:
Application
[Application
Moet worden gebruikt als
dependent
dependant]
0-02 Eenh. motortoerental is
*
ingesteld op TPM (parameter niet
zichtbaar als Hz is geselecteerd).
Stel de snelheid in voor een
niveau van 85%.
De functie wordt gebruikt om de
benodigde waarden voor de fijnaf-
stelling van Detectie geen flow op
te slaan.
22-37 Hoge snelh. [Hz]
Range:
Application
[Application
Moet worden gebruikt als
dependent
dependant]
0-02 Eenh. motortoerental is
*
ingesteld op Hz (parameter niet
zichtbaar als TPM is geselecteerd).
Stel de snelheid in voor een
niveau van 85%.
De functie wordt gebruikt om de
benodigde waarden voor de fijnaf-
stelling van Detectie geen flow op
te slaan.
22-38 Verm. hoge snelh. [kW]
Range:
Application
[Application
Moet worden gebruikt als
dependent
dependant]
0-03 Regionale instellingen is
*
ingesteld op Internationaal
(parameter niet zichtbaar als
Noord-Amerika is geselecteerd).
Stel het energieverbruik in op een
snelheidsniveau van 85%.
Deze functie wordt gebruikt om
de benodigde waarden voor de
fijnafstelling van Detectie geen
flow op te slaan.
Functie:
Functie:
Functie:
Functie:
157
3
3