Parameterbeschrijving
22-50 Einde-curvefunctie
Option:
Functie:
[0]
Uit
Bewaking van Einde curve niet actief.
*
[1]
Waarsch.
De omvormer zal actief blijven, maar wel een
Einde-curvewaarschuwing [W94] genereren Via
een digitale uitgang van de omvormer of via
seriële communicatie kan een waarschuwing
worden doorgegeven aan andere apparatuur.
[2]
Alarm
De omvormer zal stoppen en een Einde-
curvealarm [A94] genereren. Via een digitale
uitgang van de omvormer of via seriële
communicatie kan een alarm worden
doorgegeven aan andere apparatuur.
[3]
Handm.
De omvormer zal stoppen en een Einde-
reset alarm
curvealarm [A94] genereren. Via een digitale
uitgang van de omvormer of via seriële
communicatie kan een alarm worden
doorgegeven aan andere apparatuur.
NB
Bij een automatische herstart wordt het alarm opgeheven en
het systeem opnieuw gestart.
NB
Stel 14-20 Resetmodus niet in op Onbegr. aut. reset [13]
wanneer 22-50 Einde-curvefunctie is ingesteld op Alarm. [2]. In
dat geval zal de omvormer namelijk blijven schakelen tussen
actief draaien en stoppen wanneer een Einde-curveconditie
wordt gedetecteerd.
NB
Als de omvormer is uitgerust met een constante snelheids-
bypass met een automatische bypassfunctie die de bypass
zal activeren wanneer de omvormer in een alarmtoestand
blijft hangen, moet u de automatische bypassfunctie van de
bypass altijd uitschakelen wanneer Alarm [2] of Handm. reset
alarm [3] is geselecteerd als Einde-curvefunctie.
22-51 Einde-curvevertr.
Range:
Functie:
10 s
[0 - 600
Wanneer een Einde-curveconditie wordt
*
s]
gedetecteerd, wordt een timer ingeschakeld.
Wanneer de ingestelde tijd in deze parameter is
verstreken en de Einde-curveconditie zich
gedurende deze gehele tijd heeft gehandhaafd,
dan zal de geselecteerde functie in 22-50 Einde-
curvefunctie worden geactiveerd. Als de conditie
verdwijnt voordat de ingestelde tijd is verstreken,
wordt de timer gereset.
®
VLT
HVAC Drive Programmeerhandleiding
®
MG.11.CB.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
3.20.5 22-6* Detectie band defect
Detectie band defect kan worden gebruikt voor een regeling
met en zonder terugkoppeling in pomp-, ventilator- en
compressorsystemen. Als het geschatte motorkoppel lager is
dan de koppelwaarde voor een defecte band (22-61 Koppel
Defecte band) en de uitgangsfrequentie van de frequentie-
omvormer 15 Hz of hoger is, wordt Functie Defecte band
(22-60 Functie Defecte band) uitgevoerd.
22-60 Functie Defecte band
Bepaalt de actie die moet worden uitgevoerd als een situatie met
een defecte band wordt gedetecteerd.
Option:
Functie:
[0]
Uit
*
[1]
Waarsch. De omvormer zal actief blijven, maar wel een
waarschuwing wegens een defecte band [W95]
genereren. Via een digitale uitgang van de
omvormer of via seriële communicatie kan een
waarschuwing worden doorgegeven aan andere
apparatuur.
[2]
Uitsch.
De omvormer zal stoppen en een alarm wegens
een defecte band [A95] genereren. Via een digitale
uitgang van de omvormer of via seriële
communicatie kan een alarm worden doorgegeven
aan andere apparatuur.
NB
Stel 14-20 Resetmodus niet in op Onbegr. aut. reset [13]
wanneer 22-60 Functie Defecte band is ingesteld op Uitsch.
[2]. In dat geval zal de omvormer namelijk blijven schakelen
tussen actief draaien en stoppen wanneer een defecte band
wordt gedetecteerd.
NB
Als de omvormer is uitgerust met een constante snelheids-
bypass met een automatische bypassfunctie die de bypass
zal activeren wanneer de omvormer in een alarmtoestand
blijft hangen, moet u de automatische bypassfunctie van de
bypass altijd uitschakelen wanneer Functie Defecte band
wordt ingesteld op Uitsch. [2].
22-61 Koppel Defecte band
Range:
Functie:
10 %
[0 - 100 %] Stelt het koppel bij een defecte band in als
*
een percentage van het nominale
motorkoppel.
22-62 Vertr. Defecte band
Range:
Functie:
10 s
[0 - 600 s] Bepaalt hoe lang de defecte-bandcondities
actief moeten zijn voordat de geselecteerde
actie in 22-60 Functie Defecte band wordt
uitgevoerd.
3
3
161