48
NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften
8
Instelling na ingebruikname
Hieronder dienen na ingebruikname alle relevante instellingen genoteerd te worden. Daarbij dient men te
bedenken dat, afhankelijk van de parametrering, enkele parameters niet zichtbaar zijn (arcering). Niet van
parametersets afhankelijke parameters zijn in onderstaande tabellen te herkennen aan het ontbreken van
parameterkolommen.
8.1 Basis-parameters
Parameter
Fabrieksinstelling
Acceleratietijd
Deceleratietijd
Min. frequentie
Max. frequentie
Stuur-modus
Modus
8.2 Motorgegevens
Parameter
Fabrieksinstelling
Nominaal vermogen
Nominale frequentie
Nominaal toerental
Nominale stroom
Nominale spanning
Nominaal vermogen
Nominale-cos ϕ ϕ ϕ ϕ
Motorschakeling
Statorweerstand
Nullaststroom
8.3 Stuurparameters
Parameter
Fabrieksinstelling
Str.begr. acceleratie
Stroomgrens 1
Stroomgrens 2
Str.begr. deceleratie
Deceleratie modus
Knikfrequentie
Statische boost
Dynamische boost
Tijd dyn. boost
DC-rem
Tijd DC-rem
Spanning DC-rem
Parameterset 1
...s
...s
0,0Hz
70,0Hz
ISD-regeling
Analoog
Parameterset 1
...kW
50Hz
...min-1
...A
400V
...kW
...
Driehoek/ster
...Ω
...A
Parameterset 1
AAN
...A
...A
UIT
AAN
50Hz
10.0V
0.0V
0.0s
UIT
1.0s
...V
Parameterset 2
Parameterset 3
Parameterset 2
Parameterset 3
Parameterset 2
Parameterset 3
Parameterset 4
Parameterset 4
Parameterset 4