Zijn de regel- en de meetwaarde gelijk, dan moet de maximale frequentie van de betreffende parameterset
ingesteld worden.
PI-regelaar P: frequentiesprong bij regelafwijking, bemeten naar het regelverschil.
PI-regelaar I : frequentieverandering / tijd, bemeten naar het regelverschil.
PI-regelaar D: frequentieverandering x tijd, bemeten naar het regelverschil, uitsluitend bij de functie PID-
regelaar.
Grens PI-regelaar: het maximale verschil van de uitgangsfrequentie ten opzichte van de ingestelde
frequentieregelwaarde (uitsluitend met PI-regelaar, frequentiemeetwaarde)
Voorbeeld:
f
max
U
Grens PI-regelaar = 10Hz
De frequentie wordt binnen een bereik van 25 tot 45 Hz begrensd.
PI-regelaar T: verzwakkingstijdconstante van de regelaar. Ingesteld wordt de aanstuurregeltijd van de PI(T)-
regelaar. De verzwakkingstijdconstante heeft invloed op de regel- en meetwaarde. Deze is voor
standaardtoepassingen niet nodig. (uitsluitend met PI-regelaar, frequentiemeetwaarde)
Ingebruikname: toerentalregeling met gelijkspanningstachodynamo
Men dient erop te letten dat de maximale meetwaardespanning de 10V niet overschrijdt.
Uitgaande van de fabrieksinstelling dienen de regelparameters geoptimaliseerd te worden. Bij grote
massatraagheid, bijvoorbeeld bij draaitafels, is een verlaging van het I-aandeel vóór ingebruikname
aanbevolen.
Door de responsie uit te lezen van de analoge ingang is te zien of de demping en reactie goed is. Door
middel van de klassieke regeltechnische theorema's (bijvoorbeeld Ziegler & Nicols) kunnen de optimale P-
en I-actie bepaald worden.
Ingebruikname: drukregeling
Het analoge meetwaardesignaal (uitgang van de druksensor) moet op de analoge ingang 2 van de omvormer
worden aangesloten (stuurklem 9). Aan de analoge ingang 2 moet de functie "PID-regelaar" toegewezen
worden.
Parameterinstellingen bij aanvang:
Frequentie 100% : max. frequentie in de gebruikte parameterset
PI-regelaar P
: 10,0% (fabrieksinstelling)
PI-regelaar I
: 1,00%/ms (fabrieksinstelling)
PI-regelaar D
: 0,00%ms (fabrieksinstelling)
De aandrijving dient aansluitend met de parameters PI-regelaar P, PI-regelaar I en PI-regelaar D
geoptimaliseerd te worden. De ervaring leert dat bij drukregeling met lage I-factoren gewerkt moet worden.
(U
= 10V) = 70Hz,
regel
= 5.0V, f
= 35Hz
regel
regel
NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften
45