Typ
Functie
Opmerkingen
PO
Stroomgrens 1
voor stroombegrensde acceleratie.
Uitsluitend met stroombegrensde acceleratie AAN.
Verder toenemen van de frequentie wordt verhinderd.
PO
Stroomgrens 2
voor stroombegrensde acceleratie.
Uitsluitend met stroombegrensde acceleratie AAN.
De uitgangsfrequentie wordt gereduceerd.
PO
Stroombegrensde deceleratie
"Stroombegr.dec."
Met deze functie wordt de elektrische belasting van de benodigde remweerstand (door de motor teruggeleverde
energie!) gereduceerd. De motor wordt met de ingestelde remtijd afgeremd. Bereikt de tussenkringspanning de
stroomgrens van de stroombegrensde deceleratie, dan onderbreekt de omvormer de deceleratie. Daalt de
tussenkringspanning weer, dan wordt de motor verder afgeremd.
Deze functie geldt voor de „normale" deceleratietijd en voor de „snelstop".
PO
Deceleratie modus
modus"
UIT:
Na het wegnemen van het vrijgavecommando wordt de motor niet meer aangestuurd doordat de
omvormer de eindtrappen uitschakelt → de motor draait ongecontroleerd uit.
AAN:
De omvormer gebruikt de ingestelde deceleratietijd om de motor tot stilstand te brengen.
PO
Knikfrequentie
Uitsluitend met lineaire of kwadratische karakteristiek
(zie hoofdstuk 7.1.1. stuurmodus; basisparameters)
Bij het bereiken van deze frequentie levert de omvormer de maximaal mogelijke uitgangsspanning. Deze komt
met de netspanning overeen.
PO
Statische boost
Uitsluitend met lineaire of kwadratische karakteristiek
(zie hoofdstuk 7.1.1 stuurmodus; basisparameters)
Spanningsverhoging van de U/f-karakteristiek in het
onderste bereik, voor een verhoogd aanloopkoppel
van de motor. Een te hoge instelling kan tot
overstroom leiden.
f
= U/f-knikfrequentie
n
PO
Dynamische boost
Uitsluitend met lineaire of kwadratische karakteristiek
In tijd begrensde spanningsverhoging, verder zoals bij de statische boost. Wordt bij de statische boost opgeteld.
Te gebruiken voor een losbreekkoppel van een aandrijving.
PO
Tijd van de dynamische boost
Uitsluitend met lineaire of kwadratische karakteristiek
en met dynamische boost
Gedurende deze tijd werkt de dynamische boost, echter alleen na elektronische vrijgave.
De met * gemarkeerde standaardinstellingen zijn afhankelijk van het omvormertype!
"Uitlezing in diplay"
"Stroomgrens 1"
"Stroomgrens 2"
Let op! Deze functie is voor hefbedrijf niet toegestaan!
"Deceleratie
"Knikfrequentie"
"Statische boost"
"Dynam. boost"
"Tijd dyn. Boost"
NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften
Instelbereik
Stapgrootte
0 ... stroomgrens 2
0,1A
Stroomgrens 1 ... 1,5 ⋅ I
0,1A
UIT/AAN
UIT/AAN
20 ... 999Hz
0,1Hz
UIT ... 100V
0,1V
UIT ... 120V
0,1V
0,1 ... 20,0s
0,1s
Standaard-
instelling
1,4 ⋅ I
N FO
1,5 ⋅ I
N FO
N FO
UIT
AAN
50Hz
*
UIT
0,1s
25