7.2.1.2 Regelwaardemodus: „motorpotentiometer"
De motorpotentiometer-functie wordt veel voor de aansturing van kranen gebruikt. Daarbij kan door middel
van een tweetrapsdrukknop de omvormer vrijgegeven en de frequentie verhoogd worden. De frequentie kan
tot de ingestelde maximale frequentie stijgen.
De eerste trap stuurt de DI1 of DI2 aan (vrijgave rechts- of linksom) en de tweede trap de functie frequentie
verhogen.
Wordt alleen de vrijgave (eerste trap) aangestuurd, dan wordt de frequentie constant gehouden,
respectievelijk wordt ten minste de ingestelde minimale frequentie geleverd. Worden beide ingangen
aangestuurd, dan wordt de frequentie tot 0Hz gereduceerd, respectievelijk tot aan het opnieuw instellen van
de eerste trap.
Schakelvoorstel:
• S1 = vrijgave rechtsom
• S2 = vrijgave linksom
• S3 = frequentie verlagen
• S4 = frequentie verhogen
Let op! De laatst ingestelde frequentie kan niet in het geheugen opgeslagen worden, omdat
Functie
Geen functie
Vrijgave rechtsom
Vrijgave linksom
Storingsreset
Parametersetomschakeling ingang 1
Parametersetomschakeling ingang 2
Spanning onderbreken
Snelstop
Frequentie verhogen
7.2.1.3 Opmerkingen met betrekking tot de modi
•
Alle niet gekozen mogelijkheden worden beschouwd als zijnde met logisch nul geschakeld en hebben
dan ook geen invloed op de werking van de omvormer.
•
DI1 kan niet geprogrammeerd worden en heeft altijd de functie „vrijgave".
•
Is de functie ‚vrijgave linksom" geprogrammeerd, dan wordt de functie „vrijgave" geïnterpreteerd als
„vrijgave rechtsom".
•
De twee functies „draairichting" en „vrijgave linksom" sluiten elkaar uit, dat wil zeggen dat slechts één van
beide functies geprogrammeerd kan worden.
•
Voor storingsreset is een low/high-puls nodig.
•
Wanneer slecht via één digitale ingang één parametersetomschakeling gebeuren moet, dan is dit
uitsluitend met parametersetingang 1, dus parametersets 1 en 2 (DI4) mogelijk.
•
Als de modus „motorpotentiometer"gebruikt wordt, dan zijn DI2 en DI3 vast geprogrammeerd.
•
De functies „spanning onderbreken" en „snelstop" staan ook nog ter beschikking wanneer er geen lokale
sturing plaatsvindt. Zo is het mogelijk een NOODSTOP-functie te realiseren, ook wanneer de omvormer
via de interface RS 485 met het USS-protocol aangestuurd wordt.
LET OP!! Volg de plaatselijke voorschriften ter voorkoming van ongelukken op!
de vrijgave-ingang tegelijkertijd de „frequentieverlagen"-ingang is!
DI1
o
NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften
DI2
DI3
DI4
*
o
*
o
*
*
o
DI5
DI6
actief
*
*
high
puls/high
puls/high
*
o
puls
high
high
o
*
*
low
*
*
low
high
41