1. Algemeen
Tijdens bedrijf kunnen aandrijfomvormers, afhankelijk van de
beschermingsklasse, spanningvoerende, onafgeschermde en
bewegende of roterende delen hebben, zowel als hete
oppervlakken.
In geval van niet toegestane verwijdering van de vereiste
afdekking, van verkeerde toepassing, foutieve installatie of
ondeskundige bediening bestaat het gevaar van ernstig letsel
aan personen en/of materiële schade.
Voor meer informatie wordt naar de ingebruikstellingsvoor-
schriften verwezen.
Alle
werkzaamheden
betreffende
ingebruikstelling, service en onderhoud dienen door vakkundig
personeel te worden uitgevoerd. (zie IEC 364 of CENELEC
HD 384 of DIN VDE 0100 en IEC 664 of DIN VDE 0110 en ook
de nationale voorschriften ter voorkoming van ongelukken).
Volgens de veiligheidsvoorschriften zijn principieel alleen die
personen vakkundig die goed bekend zijn met de installatie,
montage, ingebruikname en werking van het product en die
gekwalificeerd
zijn
voor
werkzaamheden.
2. Juiste bestemming
Aandrijfomvormers zijn componenten die bestemd zijn voor
inbouw in elektrische installaties of machines.
Bij inbouw in een machine is het ingebruikstellen (dat wil
zeggen het opstarten van de toegestane werking) niet
toegestaan, totdat is vastgesteld dat de machine voldoet aan
de voorschriften van de richtlijn 89/392/EEG (machinericht-
lijn). Houdt ook rekening met EN 60204 .
Het ingebruikstellen (dat wil zeggen het opstarten van de
toegestane werking) mag alleen geschieden wanneer voldaan
is aan de EMC-richtlijn (89/336/EEG).
De aandrijfomvormers voldoen aan de eisen van de
laagspanningsrichtlijn
73/23/EEG.
normen van de serie prEN 50178/DIN VDE 0160 in verbinding
met EN 60439-1/ VDE 0660 deel 500 en EN 60146/ VDE 0558
zijn voor aandrijfomvormers van toepassing.
De
technische
gegevens
aansluitvoorschriften volgen uit typeplaatje en documentatie
en dienen strikt te worden nageleefd.
3. Transport en opslag
De aanwijzingen voor transport, opslag en vakkundig gebruik
dienen te worden opgevolgd.
De klimatologische omstandigheden dienen conform te zijn
aan prEN50178.
DEZE VEILIGHEIDSHANDLEIDING DIENT TE WORDEN BEWAARD OP EEN TOEGANKELIJKE
NORDAC vector frequentieomvormer
Veiligheids- en toepassingsvoorschriften voor
aandrijfomvormers
(volgens: laagspanningsrichtlijn 73/23/EEG)
transport,
installatie,
het
uitvoeren
van
deze
De
geharmoniseerde
en
de
informatie
over
de
4. Montage
Montage en koeling van de apparaten voldoen aan de eisen
van de betreffende ingebruikstellingsvoorschriften.
De
aandrijfomvormers
mechanische belasting te worden beveiligd. Met name mogen
tijdens transport en bij toepassing geen onderdelen verbogen
en/of
isolatieafstanden
elektronische componenten mogen niet worden aangeraakt.
Aandrijfomvormers bevatten gevoelige componenten die door
onvakkundige
behandeling
Elektrische componenten mogen niet mechanisch beschadigd
of vernietigd worden (mogelijk gevaar voor gezondheid).
5. Elektrische aansluiting
De nationale voorschriften ter voorkoming van ongelukken
(bijvoorbeeld VBG 4) dienen te worden opgevolgd wanneer er
aan een onder spanning staande omvormer gewerkt wordt.
De
elektrische
installatie
voorschriften
te
geschieden
aardesluiting, etc.). Lees voor meer informatie de betreffende
ingebruikstellingsvoorschriften.
Aanwijzingen voor de installatie volgens de EMC-richtlijn, zoals
afscherming, aarding, plaatsbepaling van filters en het
aanleggen van leidingen, worden in de
ingebruikstellingsvoorschriften van de betreffende
aandrijfomvormer gegeven. Deze aanwijzingen dienen ook bij
aandrijfomvormers met een CE-markering te worden
opgevolgd. De verantwoording over de naleving van de door
de EMC-wetgeving vastgelegde grenswaarden ligt bij de
producent van de installatie of machine.
6. Bedrijf
Installaties waarin aandrijfomvormers zijn opgenomen dienen
van extra controle- en beveiligingsinrichtingen te worden
voorzien
volgens
veiligheidsvoorschriften, zoals voorschriften ten aanzien van
het technisch materiaal, ten aanzien van het voorkomen van
ongelukken, enz. Veranderingen van de werking van de
aandrijfomvormer door middel van de bedieningssoftware zijn
toegestaan.
Na uitschakeling van de netspanning van het voedingsnet
mogen spanningvoerende delen en vermogensaansluitingen
van de aandrijfomvormer vanwege mogelijkerwijs opgeladen
condensatoren niet direct aangeraakt worden. Wat dit punt
betreft dienen de betreffende markeringen en aanwijzingen op
de aandrijfomvormer in acht genomen te worden.
Tijdens bedrijf dienen alle afdekplaten, afdekkappen en deuren
gesloten te zijn.
7. Onderhoud en service
De aanwijzingen in de documentatie van de fabrikant dienen te
worden opgevolgd.
PLAATS
dienen
tegen
ontoelaatbare
gewijzigd
worden.
Contacten
beschadigd
kunnen
dient
volgens
de
(draaddiameters,
de
op
dat
moment
of
worden.
geldende
zekering,
geldende