5
Bediening en display
Algemeen:
5.1 Display
Het display toont na inschakeling
van
de
netspanning
omvormertype.
Bijvoorbeeld:
NORDAC vector
SK 2200/3 CT
Na vrijgave van het apparaat
worden
de
belangrijkste
bedrijfsgegevens getoond.
Voorbeeld:
P1 F/HZ U/V I/A
R
0.0
0
0.0
Tijdens het parametreren komen
de
afzonderlijke
parameters
beeld.
Voorbeeld:
Acceleratietijd
10s
P1
5.2 Toetsen
Met de twee "veld-toetsen" kan naar voren en terug gebladerd worden voor de keuze van de menugroepen of
voor de afzonderlijke parameters. Door het indrukken van beide toetsen verschijnt in het display een andere
menugroep , of - door tweemaal indrukken - het omvormertype respectievelijk de bedrijfsgegevens.
Door het indrukken van de "enter-toets" krijgt men toegang tot de gekozen menugroep of wordt een gewijzigde
parameter overgenomen of opgeslagen.
Met de twee "instel-toetsen" worden de waarden van de afzonderlijke parameters veranderd. Veranderingen
moeten met de enter -toets bevestigd worden, anders blijven eerder ingegeven waarden gehandhaafd. Nog niet
met enter-toets bevestigde gegevens worden door een knipperend symbool (sterretje of maateenheid) kenbaar
gemaakt.
Als u beide instel-toetsen tegelijkertijd indrukt, verschijnt de door de fabrikant ingestelde waarde (default) van de
betreffende parameter en kan men weer doorgaan.
Het ingedrukt houden van de veld- of instel-toetsen heeft tot gevolg dat de gegevens in het display voortdurend
veranderen. De snelheid waarmee dit gebeurt verhoogt zich gedurende het indrukken.
5.3 Relais
De in de frequentieomvormer geïntegreerde meldrelais kunnen voor verschillende functies geprogrammeerd
worden. Voor de keuze van de betreffende functie gebruikt men de linker instel-toets. Met de rechter instel-toets
wordt de gekozen functie IN- of UITgeschakeld. Het commando moet met de enter-toets bevestigd worden.
(zie hoofdstuk 7.1.4 , stuurklemmen, MFR1 of MFR2)
-
LCD-display, 2 regels met elk 16 tekens
-
Bediening door middel van 5 toetsen
het
in
NORDAC vector Ingebruikstellingsvoorschriften
17