Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluiting; Vermogensdeel Sk 1500/3 Ct Tot En Met Sk 132000/3 Ct; Kabelingangen - nord NORDAC SK 1500/3 CT Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

10
NORDAC vector ingebruikstellingsvoorschriften
4

Aansluiting

Voor het aansluiten van de elektrische leidingen moet de omvormer geopend worden. De afdekkap is met 4
respectievelijk 6 schroeven aan de omvormerbehuizing bevestigd. Veiligheids- en informatievoorschriften (zie
hoofdstuk 1.3) dienen in acht genomen te worden.
De aansluitleidingen worden van onderaf in het apparaat ingevoerd en aan de vermogensklemmenstrook
aangesloten. Om het aansluiten te vergemakkelijken kan de kabelinvoerplaat losgemaakt worden, deze is met
een schroef bevestigd. Deze plaat moet weer gemonteerd worden, anders verliest het apparaat de aangegeven
beschermingsklasse en beveiligingsgraad.
Stuur-, net- en motorleidingen moeten gescheiden blijven en derhalve door afzonderlijke openingen ingevoerd
worden. Om de trekbelasting te verminderen kunnen kabelwartels in de kabelinvoerplaat gemonteerd worden
(net- en motoraansluiting tot 37 kW). Men dient zich ervan te verzekeren dat de leidingen overeenkomstig de
plaatselijke voorschriften voor het installeren van elektrische systemen worden gemonteerd.
Voor omvormers ≥ 45kW worden de verrmogenskabels zonder trekontlasting (kabelwartels) gemonteerd. (zie
hoofdstuk 4.2) Bij deze omvormers bevinden de aansluitklemmen zich direct achter de blinderingsopeningen.
Voor omvormers ≥ 110kW moeten de stuurleidingen met de kabelbevestigingsbeugels bevestigd worden die
zich in het apparaat bevinden.
Om te voldoen aan de gangbare EU-richtlijnen met betrekking tot de EMC-richtlijn (m.i.v. 01.01.96) is het nodig
een door NORD aanbevolen netfilter aan te brengen en afgeschermde motorkabels te gebruiken. Zie toe op
een perfecte aansluiting van de leidingen en op een goede aardverbinding op een centraal aardpunt (zie
hoofdstukken 1.3 en 10.1).
Bij gebruik van de kabelinvoerplaat als potentiaalvereffeningsplaat moet bovendien het kabelscherm op de PE-
klem in de omvormer gelegd worden.

4.1 Vermogensdeel SK 1500/3 CT tot en met SK 132000/3 CT

Net-, remweerstand - en motor-
aansluiting:
Motorleiding:

4.1.1 Kabelingangen

SK 1500/3 CT tot en met SK 11000/3 CT:
Er zijn 6 mogelijke doorvoergaten in maat PG 16, voor zowel
stuur- en vermogensaansluitingen elk drie stuks.
Maximale diameter van de leidingen:
2
4mm
voor SK 1500/3 CT tot en met SK 7500/3 CT
2
10mm
voor SK 11000/3 CT
Voor SK 15000/3 CT tot en met SK 37000/3 CT:
De netaansluiting geschiedt met een PG-36 schroefwartel, de remweerstand en de motor ieder met een PG-
29.
Maximale diameter van de leidingen:
2
16mm
(ingang) voor SK 15000/3 CT en SK 22000/3 CT
2
10mm
(uitgang) voor SK 15000/3 CT en SK 22000/3 CT
2
35mm
- via schroef/steek klemmenstroken op de onderste vermogensprint
- bij gebruik van standaardkabel en zonder aanvullende maatregels maximale
lengte ca. 150 m.
- bij gebruik van afgeschermde kabels maximale lengte ca. 75 m.
voor SK 30000/3 CT en SK 37000/3 CT

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Nordac sk 2200/3 vtNordac sk 132000/3 ctNordac sk 37000/3 vt

Inhoudsopgave