Inleiding
Bij zeer lange stuurkabels en analoge signalen kunnen, in
uitzonderlijke gevallen en afhankelijk van de installatie,
aardlussen van 50/60 Hz voorkomen als gevolg van ruis via
de netvoedingskabels.
In dat geval kan het nodig zijn om de afscherming te
doorbreken of een condensator van 100 nF te plaatsen
tussen de afscherming en het chassis.
De digitale en analoge in- en uitgangen moeten afzonderlijk
worden aangesloten op de gemeenschappelijke ingangen
(klem 20, 55, 39) van de frequentieomvormer om te
voorkomen dat aardstromen van deze groepen andere
groepen beïnvloeden. Het inschakelen van de digitale
ingang kan bijvoorbeeld het analoge ingangssignaal
verstoren.
Ingangspolariteit van stuurklemmen
FC 300 Programmeerhandleiding
®
MG.33.MA.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
NB
Stuurkabels moeten afgeschermd/gewapend zijn.
Zie de sectie Aarding van afgeschermde/gewapende
stuurkabels voor de juiste afsluiting van stuurkabels.
1.1.6 Start/Stop
Klem 18 = 5-10 Klem 18 digitale ingang [8] Start
Klem 27 = 5-12 Klem 27 digitale ingang [0] Niet in bedrijf
(Standaard Vrijloop geïnv.)
Klem 37 = Veilige stop (indien aanwezig!)
1
1
9