Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 300 Programmeerhandleiding pagina 45

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 300:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
1-83 Precisiestopfunctie
Option:
Functie:
De tellerfunctie wordt geactiveerd (start
de timing) op de flank van het startsignaal
(wanneer het van stop naar start gaat). Na
elke precisiestop wordt het aantal pulsen
dat tijdens de uitloop naar 0 tpm is geteld,
teruggezet naar 0.
[2]
Tell.stop z reset
Vergelijkbaar met [1], maar het aantal
pulsen dat tijdens de uitloop naar 0 tpm is
geteld, wordt afgetrokken van de teller-
waarde in 1-84 Prec. stoptellerwaarde.
U kunt deze resetfunctie bijvoorbeeld
gebruiken om de extra afstand die tijdens
het uitlopen is afgelegd, te compenseren,
en om het effect van geleidelijke slijtage
van mechanische onderdelen te beperken.
[3]
Snelh.comp.stop
Om op precies hetzelfde punt te stoppen,
ongeacht de huidige snelheid, wordt het
stopsignaal intern vertraagd wanneer de
huidige snelheid lager is dan de
maximumsnelheid (ingesteld in 4-19 Max.
uitgangsfreq.).
De vertraging wordt berekend op basis
van de referentiesnelheid van de frequen-
tieomvormer en niet op basis van de
werkelijke snelheid. Zorg er daarom voor
dat de frequentieomvormer is aangelopen
voordat u de snelheidgecompenseerde
stop activeert.
[4]
Comp.tell m reset Vergelijkbaar met [3], maar na elke
precisiestop wordt het aantal pulsen dat
tijdens de uitloop naar 0 tpm is geteld,
teruggezet naar 0.
[5]
Comp.tell z reset
Vergelijkbaar met [3], maar het aantal
pulsen dat tijdens de uitloop naar 0 tpm is
geteld, wordt afgetrokken van de teller-
waarde in 1-84 Prec. stoptellerwaarde.
U kunt deze resetfunctie bijvoorbeeld
gebruiken om de extra afstand die tijdens
het uitlopen is afgelegd, te compenseren,
en om het effect van geleidelijke slijtage
van mechanische onderdelen te beperken.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor
loopt.
FC 300 Programmeerhandleiding
®
MG.33.MA.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
1-84 Prec. stoptellerwaarde
Range:
Functie:
100000
[0 -
Stel de tellerwaarde in die moet
*
999999999 ]
worden gebruikt in de geïntegreerde
precisiestopfunctie, 1-83 Precisiestop-
functie.
De maximaal toegestane frequentie op
klem 29 of 33 is 110 kHz.
Wordt niet gebruikt wanneer
1-83 Precisiestopfunctie is ingesteld op
[0] of [3].
1-85 Precisiestop snelh.comp. vertr.
Range:
Functie:
10 ms
[0 - 100
Stel de vertragingstijd in voor sensoren, PLC's
*
ms]
enz. voor gebruik in 1-83 Precisiestopfunctie. Bij
een stopmodus met snelheidscompensatie zal
de vertragingstijd bij verschillende frequenties
een belangrijke invloed hebben op de
stopfunctie.
Wordt niet gebruikt wanneer 1-83 Precisiestop-
functie is ingesteld op [0], [1] of [2].
3.3.9 1-9* Motortemperatuur
1-90 Therm. motorbeveiliging
Option:
Functie:
De frequentieomvormer bepaalt de
motortemperatuur voor de motorbeveiliging
op drie manieren:
Via een thermistorsensor die is
verbonden met een van de analoge
of digitale ingangen (1-93 Thermis-
torbron). Zie de sectie Aansluiting
PTC-thermistor.
Via een KTY-sensor die is
aangesloten op een analoge ingang
(1-96 KTY-thermistorbron). Zie de
sectie Aansluiting KTY-sensor.
Via een berekening (ETR =
Elektronisch Thermisch Relais) van
de thermische belasting op basis
van de actuele belasting en de tijd.
De berekende thermische belasting
wordt vergeleken met de nominale
motorstroom I
motorfrequentie f
van de berekening wordt bepaald of
een lager belasting nodig is bij
lagere snelheid vanwege minder
3
en de nominale
M,N
. Aan de hand
M,N
45
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fc 300

Inhoudsopgave