Parameterbeschrijving
[51]
MCO-gestuurd
3
3
[55]
Pulsuitgang
[60]
Comparator 0
[61]
Comparator 1
[62]
Comparator 2
[63]
Comparator 3
[64]
Comparator 4
[65]
Comparator 5
[70]
Log. regel 0
[71]
Log. regel 1
[72]
Log. regel 2
[73]
Log. regel 3
[74]
Log. regel 4
[75]
Log. regel 5
[80]
SL dig. uitgang
A
78
FC 300 Programmeerhandleiding
relaisbesturing bus. In geval van een
bustime-out wordt de uitgangsstatus laag
(0 = uit) gezet.
Actief wanneer een MCO 302 of MCO 305
is aangesloten. De uitgang wordt bestuurd
via de optie.
Zie parametergroep 13-1*. De uitgang zal
hoog worden als Comparator 0 als TRUE
wordt geëvalueerd. In andere gevallen zal
hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-1*. De uitgang zal
hoog worden als Comparator 1 als TRUE
wordt geëvalueerd. In andere gevallen zal
hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-1*. De uitgang zal
hoog worden als Comparator 2 als TRUE
wordt geëvalueerd. In andere gevallen zal
hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-1*. De uitgang zal
hoog worden als Comparator 3 als TRUE
wordt geëvalueerd. In andere gevallen zal
hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-1*. De uitgang zal
hoog worden als Comparator 4 als TRUE
wordt geëvalueerd. In andere gevallen zal
hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-1*. De uitgang zal
hoog worden als Comparator 5 als TRUE
wordt geëvalueerd. In andere gevallen zal
hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-4*. De uitgang zal
hoog worden als Log. regel 0 als TRUE
wordt geëvalueerd. In andere gevallen zal
hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-4*. De uitgang zal
hoog worden als Log. regel 1 als TRUE
wordt geëvalueerd. In andere gevallen zal
hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-4*. De uitgang zal
hoog worden als Log. regel 2 als TRUE
wordt geëvalueerd. In andere gevallen zal
hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-4*. De uitgang zal
hoog worden als Log. regel 3 als TRUE
wordt geëvalueerd. In andere gevallen zal
hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-4*. De uitgang zal
hoog worden als Log. regel 4 als TRUE
wordt geëvalueerd. In andere gevallen zal
hij laag zijn.
Zie parametergroep 13-4*. De uitgang zal
hoog worden als Log. regel 5 als TRUE
wordt geëvalueerd. In andere gevallen zal
hij laag zijn.
Zie 13-52 SL-controlleractie. De uitgang zal
hoog worden wanneer SL-controlleractie
®
MG.33.MA.10 – VLT
[81]
SL dig. uitgang
B
[82]
SL dig. uitgang
C
[83]
SL dig. uitgang
D
[84]
SL dig. uitgang
E
[85]
SL dig. uitgang
F
[120] Lokale ref. actief De uitgang is hoog als 3-13 Referentie-
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
[38] Dig. uitgang A hoog wordt uitgevoerd.
De uitgang zal laag worden wanneer SL-
controlleractie [32] Dig. uitgang A laag
wordt uitgevoerd.
Zie 13-52 SL-controlleractie. De ingang zal
hoog worden wanneer SL-controlleractie
[39] Dig. uitgang B hoog wordt uitgevoerd.
De ingang zal laag worden wanneer SL-
controlleractie [33] Dig. uitgang B laag
wordt uitgevoerd.
Zie 13-52 SL-controlleractie. De ingang zal
hoog worden wanneer SL-controlleractie
[40] Dig. uitgang C hoog wordt uitgevoerd.
De ingang zal laag worden wanneer SL-
controlleractie [34] Dig. uitgang C laag
wordt uitgevoerd.
Zie 13-52 SL-controlleractie. De ingang zal
hoog worden wanneer SL-controlleractie
[41] Dig. uitgang D hoog wordt uitgevoerd.
De ingang zal laag worden wanneer SL-
controlleractie [35] Dig. uitgang D laag
wordt uitgevoerd.
Zie 13-52 SL-controlleractie. De ingang zal
hoog worden wanneer SL-controlleractie
[42] Dig. uitgang E hoog wordt uitgevoerd.
De ingang zal laag worden wanneer SL-
controlleractie [36] Dig. uitgang E laag
wordt uitgevoerd.
Zie 13-52 SL-controlleractie. De ingang zal
hoog worden wanneer SL-controlleractie
[43] Dig. uitgang F hoog wordt uitgevoerd.
De ingang zal laag worden wanneer SL-
controlleractie [37] Dig. uitgang F laag
wordt uitgevoerd.
plaats is ingesteld op Lokaal [2] of als
3-13 Referentieplaats is ingesteld op
Gekoppeld Hand/Auto [0] terwijl het LCP op
dat moment in de handmodus staat.