Programmeren
2
2
Statusmodus: geeft de status aan van de frequentieom-
vormer of de motor.
Als zich een alarm voordoet, schakelt het NLCP automatisch
naar de statusmodus.
Er kan een aantal alarmen worden weergegeven.
NB
Het kopiëren van parameters is niet mogelijk met het
numerieke lokale bedieningspaneel LCP 101.
20
FC 300 Programmeerhandleiding
®
MG.33.MA.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Hoofdmenu/Snelle Setup wordt gebruikt om alle parameters
te programmeren of enkel de parameters in het snelmenu
(zie ook de beschrijving van het LCP 102 eerder in dit
hoofdstuk).
De parameterwaarden kunnen gewijzigd worden met de
▲
▼
toetsen [
] [
] wanneer de waarde knippert.
Selecteer het hoofdmenu door een aantal keren op de
[Menu]-toets te drukken.
Selecteer de parametergroep [xx-__] en druk op [OK].
Selecteer de parameter [__-xx] en druk op [OK].
Selecteer het arraynummer en druk op [OK] als de parameter
een arrayparameter is.
Selecteer de gewenste gegevenswaarde en druk op [OK].
Parameters met functionele opties geven waarden weer
zoals [1], [2], enz. Zie de beschrijving van de diverse
parameters in de paragraaf Parameterselectie voor een
beschrijving van de beschikbare opties.
[Back] dient om een stap terug te gaan
▲
▼
De pijltjestoetsen [
] [
] worden gebruikt om te wisselen
tussen commando's en te bewegen binnen parameters.
P 2-03
S ta tus
Q uick
M enu
S etup
2.1.18 Lokale bedieningstoetsen
De toetsen voor de lokale bediening bevinden zich onder
aan het LCP.
[Hand on] maakt het mogelijk om de frequentieomvormer te
besturen via het LCP. [Hand on] start ook de motor, waarna
het mogelijk is om de gegevens voor de motorsnelheid in te
stellen via de pijltjestoetsen. De toets kan worden ingesteld
als Ingesch. [1] of Uitgesch. [0] via 0-40 [Hand on]-toets op
LCP.
Externe stopsignalen die via stuursignalen of een seriële bus
worden geactiveerd, zullen een 'start'-commando via het
LCP onderdrukken.
De volgende stuursignalen zullen actief blijven wanneer
[Hand on] wordt geactiveerd:
S etup 1
M ain
M enu