Inleiding
1
1
1.1.4 Definities
Frequentieomvormer:
I
VLT,MAX
De maximale uitgangsstroom.
I
VLT,N
De nominale uitgangsstroom die door de frequentieom-
vormer wordt geleverd.
U
VLT, MAX
De maximale uitgangsspanning.
Ingang:
Stuurcommando
U kunt de aangesloten motor starten of stoppen via het LCP
en de digitale ingangen.
De functies zijn in twee groepen verdeeld.
De functies in groep 1 hebben voorrang op de functies in
groep 2.
Groep 1
Reset, Vrijloop na stop, Reset en vrijloop na stop,
Snelle stop, DC-rem, Stop en de [Off]-toets.
Groep 2
Start, Pulsstart, Omkeren, Start omkeren, Jog en
Uitgang vasthouden
Motor:
Motor actief
Koppel gegenereerd op de uitvoeras en snelheid van nul
tpm tot max. snelheid op motor.
f
JOG
De motorfrequentie wanneer de jog-functie is geactiveerd
(via digitale klemmen).
f
M
Motorfrequentie.
f
MAX
De maximale motorfrequentie.
f
MIN
De minimale motorfrequentie.
f
M,N
De nominale motorfrequentie (gegevens motortypeplaatje).
I
M
Motorstroom (actueel).
I
M,N
De nominale motorstroom (gegevens motortypeplaatje).
n
M,N
De nominale motorsnelheid (gegevens motortypeplaatje).
n
s
Synchroonmotorsnelheid
2 ×
par
. 1 − 23 × 60
n s
=
par
. 1 − 39
P
M,N
Het nominale motorvermogen (gegevens motortypeplaatje
in kW of pk).
4
FC 300 Programmeerhandleiding
s
MG.33.MA.10 – VLT
T
M,N
Het nominale koppel (motor).
U
M
De momentele motorspanning.
U
M,N
De nominale motorspanning (gegevens motortypeplaatje).
Losbreekkoppel
η
VLT
Het rendement van de frequentieomvormer wordt gedefi-
nieerd als de verhouding tussen het uitgangsvermogen en
het ingangsvermogen.
Startdeactiveercommando
Een stopcommando behorend tot groep 1 van de stuurcom-
mando's – zie deze groep.
Stopcommando
Zie Stuurcommando's.
Referenties:
Analoge referentie
Een signaal dat naar analoge ingang 53 of 54 wordt
gestuurd, kan bestaan uit een spannings- of stroomsignaal.
Binaire referentie
Een signaal dat naar de seriële-communicatiepoort wordt
gestuurd.
Vooraf ingestelde referentie
Een gedefinieerde, vooraf ingestelde referentie die kan
worden ingesteld van -100% tot +100% van het referentie-
bereik. Selectie van acht vooraf ingestelde referenties via de
digitale klemmen.
Pulsreferentie
Een pulsfrequentiesignaal dat naar de digitale ingangen
(klem 29 of 33) wordt gestuurd.
Ref
MAX
Bepaalt de relatie tussen de referentie-ingang met een
waarde van 100% van de volledige schaal (gewoonlijk 10 V,
20 mA) en de totale referentie. De maximumreferentie-
waarde die is ingesteld in 3-03 Max. referentie.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss