Parameterbeschrijving
Alle digitale ingangen kunnen worden ingesteld op de
volgende functies:
[0]
Niet in bedrijf
[1]
Reset
3
3
[2]
Vrijloop geïnv.
[3]
Vrijloop & reset
inv
[4]
Snelle stop
geïnv.
[5]
DC-rem geïnv.
[6]
Stop
geïnverteerd
[8]
Start
[9]
Pulsstart
72
FC 300 Programmeerhandleiding
Geen reactie op signalen die naar de klem
worden gestuurd.
Reset de frequentieomvormer na een
uitschakeling/alarm. Niet elk alarm kan
worden gereset.
(standaard voor digitale ingang 27): Vrijloop
na stop, ingang geïnverteerd (NC). De
frequentieomvormer laat de motor vrijlopen.
Logisch '0' => vrijloop na stop.
Reset en vrijloop na stop, ingang
geïnverteerd (NC). Laat de motor vrijlopen
en voert vervolgens een reset van de
frequentieomvormer uit. Logisch '0' =>
vrijloop na stop en reset.
Ingang geïnverteerd (NC). Genereert een
stop op basis van de uitlooptijd van de snelle
stop die is ingesteld in 3-81 Snelle stop ramp-
tijd. Wanneer de motor stopt, bevindt de as
zich in de vrije stand. Logisch '0' => snelle
stop.
Ingang geïnverteerd voor DC-rem (NC).
Stopt de motor door gedurende een
bepaalde tijd gelijkstroom toe te voeren. Zie
2-01 DC-remstroom tot 2-03 Inschakelsnelh.
DC-rem [tpm]. Deze functie is alleen actief
wanneer de waarde in 2-02 DC-remtijd niet 0
is. Logisch '0' => DC-remmen.
Geïnverteerde stopfunctie. Genereert een
stopfunctie wanneer de geselecteerde klem
van logisch '1' naar '0' gaat. De stop wordt
uitgevoerd in overeenstemming met de
geselecteerde uitlooptijd (3-42 Ramp 1
uitlooptijd, 3-52 Ramp 2 uitlooptijd, 3-62 Ramp
3 uitlooptijd, 3-72 Ramp 4 uitlooptijd).
NB
Wanneer de frequentieomvormer de
koppelbegrenzing heeft bereikt en een
stopcommando heeft ontvangen, zal hij
mogelijk niet vanzelf stoppen. Om
ervoor te zorgen dat de frequentieom-
vormer stopt, moet een digitale uitgang
worden ingesteld op Koppelbegr. & stop
[27] en moet deze digitale uitgang
worden aangesloten op een digitale
ingang die als vrijloop is ingesteld.
(standaard voor digitale ingang 18):
Selecteer start voor een start/
stopcommando. Logisch '1' = start, logisch
'0' = stop.
Als gedurende min. 2 ms een puls wordt
gegeven, wordt de motor gestart. Bij
activering van Stop geïnv. wordt de motor
gestopt.
MG.33.MA.10 – VLT
[10] Omkeren
[11] Start
omgekeerd
[12] Start vooruit
insch.
[13] Start omgek.
insch.
[14] Jog
[15] Digitale ref.
aan
[16] Ingest. ref. bit 0 De vooraf ingestelde referentiebits 0, 1 en 2
[17] Ingest. ref. bit 1 Vergelijkbaar met Ingest. ref. bit 0 [16]
[18] Ingest. ref. bit 2 Vergelijkbaar met Ingest. ref. bit 0 [16]
Ingest. ref. bit
Ingest. ref. 0
Ingest. ref. 1
Ingest. ref. 2
Ingest. ref. 3
Ingest. ref. 4
Ingest. ref. 5
Ingest. ref. 6
Ingest. ref. 7
[19] Ref.
vasthouden
[20] Uitgang
vasth.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
(Standaard voor digitale ingang 19) Wijzig de
draairichting van de motoras. Logisch '1'
leidt tot omkeren. Het omkeersignaal wijzigt
alleen de draairichting. Het activeert de
startfunctie niet. Selecteer Bidirectioneel in
4-10 Draairichting motor. De functie is niet
actief bij een procesregeling met terugkop-
peling.
Gebruikt voor start/stop en voor omkeren via
dezelfde draad. Gelijktijdige startsignalen
zijn niet toegestaan.
Schakelt de beweging linksom uit en maakt
een beweging rechtsom mogelijk.
Schakelt de beweging rechtsom uit en
maakt een beweging linksom mogelijk.
(standaard voor digitale ingang 29): Gebruik
deze instelling om de jogsnelheid in te
schakelen. Zie 3-11 Jog-snelh. [Hz].
Hiermee schakelt u tussen externe referentie
en digitale referentie. Hiervoor moet Extern/
digitaal [1] echter zijn geselecteerd in
3-04 Referentiefunctie. Logisch '0' = externe
referentie actief, logisch '1' = een van de acht
digitale referenties is actief.
maken het mogelijk om een van de acht
vooraf ingestelde referenties te selecteren
overeenkomstig onderstaande tabel.
2
1
0
0
0
0
0
1
0
1
1
0
1
0
1
1
1
1
De referentie wordt vastgehouden en is nu het
punt van inschakelen/de voorwaarde om Snelh.
omh. en Snelh. omlaag te gebruiken. Als Snelh.
omh./Snelh. omlaag wordt gebruikt, volgt de
snelheidsverandering altijd ramp 2 (3-51 Ramp
2 aanlooptijd en 3-52 Ramp 2 uitlooptijd) in het
bereik 0 - 3-03 Max. referentie.
De motorfrequentie (Hz) wordt vastgehouden
en is nu het inschakelpunt/de voorwaarde voor
het gebruik van Snelh. omh. en Snelh. omlaag.
Als Snelh. omh./Snelh. omlaag wordt gebruikt,
volgt de snelheidsverandering altijd ramp 2
(3-51 Ramp 2 aanlooptijd en 3-52 Ramp 2
uitlooptijd) in het bereik 0 - 1-23 Motorfre-
quentie.
0
0
1
0
1
0
1
0
1