Parameterbeschrijving
2-21 Snelheid remactivering [TPM]
Range:
Functie:
Application
[0 - 30000
Stel de motorsnelheid in op
dependent
RPM]
activering van de mechanische rem
*
als er een stopconditie aanwezig is.
De hoge snelheidsbegrenzing wordt
ingesteld in 4-53 Waarschuwing
snelheid hoog.
2-22 Activate Brake Speed [Hz]
Range:
Afhankelijk van
[Afhankelijk van
de toepassing
de toepassing]
*
2-23 Vertraging remactivering
Range:
Functie:
0.0 s
[0.0 - 5.0
Stel de remvertragingstijd in voor de vrijloop na
*
s]
de uitlooptijd. De as wordt stilgehouden met een
volledig houdkoppel. Zorgt ervoor dat de
mechanische rem de belasting heeft geblokkeerd
voordat de motor in vrijloopmodus komt. Zie de
sectie Mechanische rembesturing in de Design
Guide.
2-24 Stopvertr.
Range:
Functie:
0.0 s
[0.0 - 5.0
Stel de waarde in voor het tijdsinterval tussen
*
s]
het moment waarop de motor wordt gestopt
en het moment waarom de rem sluit. Deze
parameter maakt deel uit van de stopfunctie.
FC 300 Programmeerhandleiding
Functie:
Stel de motorfrequentie in
voor activering van de
mechanische rem bij
aanwezigheid van een
stopconditie.
®
MG.33.MA.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
2-25 Tijd vrijgave rem
Range:
Functie:
0.20 s
[0.00 - 5.00
Deze waarde bepaalt hoe lang het duurt
*
s]
voordat de mechanische rem opent. Deze
parameter moet fungeren als een time-out
wanneer de remterugkoppeling is
geactiveerd.
2-26 Koppelref.
Range:
Functie:
0.00 %
[Application
De waarde bepaalt het koppel dat
*
dependant]
wordt toegepast op de gesloten
mechanische rem voordat deze wordt
vrijgegeven.
2-27 Ramp-tijd koppel
Range:
Functie:
0.2 s
[0.0 - 5.0 s] De waarde bepaalt de tijdsduur van de
*
koppelramp als de draairichting rechtsom is.
2-28 Verst.boostfactor
Range:
Functie:
1.00
[1.00 -
Alleen actief bij flux-terugkoppeling. De functie
*
4.00 ]
zorgt voor een soepele overgang van de modus
koppelregeling naar de modus snelheidsre-
geling wanneer de motor de belasting
overneemt van de rem.
3
3
53