Danfoss VLT AutomationDrive FC 300 Programmeerhandleiding pagina 34
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 300:
- Handleiding (283 pagina's) ,
- Programmeerhandleiding (233 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (143 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Parameterbeschrijving
1-02 Flux motorterugk.bron
Option:
[3]
MCB 103
3
3
[5]
MCO encoder 2
[6]
Anal. ingang 53
[7]
Anal. ingang 54
[8]
Pulsingang 29
[9]
Pulsingang 33
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor
loopt.
1-03 Koppelkarakteristiek
Option:
[0]
Constant
koppel
*
[1]
Variabel
koppel
[2]
Auto
Energie
Optim.
[5]
Constant
Power
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor
loopt.
34
FC 300 Programmeerhandleiding
Functie:
Optionele resolverinterfacemodule die
kan worden geconfigureerd in parame-
tergroep 17-5**.
Encoderinterface 2 van de optionele,
programmeerbare bewegingsregelaar
MCO 305.
Functie:
Selecteer de vereiste koppelkarakteristiek.
VT en AEO zijn beide energiebesparende functies.
Het afgegeven motorasvermogen produceert een
constant koppel bij een variabele snelheidsre-
geling.
Het motorasvermogen produceert een variabel
koppel bij een variabele snelheidsregeling. Stel het
variabele koppelniveau in 14-40 VT-niveau in.
Zorgt voor een automatische optimalisatie van het
energieverbruik door de magnetisering en de
frequentie te minimaliseren via 14-41 Min.
magnetisering AEO en 14-42 Min. AEO-frequentie.
De functie levert een constant vermogen in een
veldverzwakkingsgebied.
De koppelvorm van de motormodus wordt
gebruikt als een begrenzing in de genera-
tormodus. Dit dient om het vermogen in de
generatormodus te beperken, omdat deze anders
aanzienlijk hoger wordt dan in de motormodus,
vanwege de hoge DC-tussenkringspanning die
beschikbaar is in de generatormodus.
P
W
=
ω
rad /
s
×
T
Nm
as
mech
Deze relatie met het constante vermogen wordt
geïllustreerd in de volgende grafiek:
MG.33.MA.10 – VLT
1-04 Overspanningsmodus
Option:
[0]
Hoog koppel
*
[1]
Normaal koppel Voor overgedimensioneerde motoren –
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor
loopt.
1-05 Configuratie lokale modus
Option:
[0]
Snelheid
open lus
[1]
Snelheid gesl.
lus
[2]
Als modus par
*
1-00
1-06 Clockwise Direction
Deze parameter definieert de term 'Rechtsom' die betrekking heeft
op de richtingpijl op het LCP. Is te gebruiken om de draairichting
van de as eenvoudig te wijzigen zonder motordraden te
verwisselen. (Van toepassing vanaf SW-versie 5.84.)
Option:
[0]
Normal
*
[1]
Inverse
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de motor
loopt.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Functie:
Staat een overkoppel tot 160% toe.
staat een overkoppel tot 110% toe.
Functie:
Stel in welke toepassingsconfiguratiemodus
(1-00 Configuratiemodus), d.w.z. welk toepas-
singsbesturingsprincipe, moet worden
gebruikt wanneer een lokale (LCP) referentie
actief is. Een lokale referentie kan alleen actief
zijn als 3-13 Referentieplaats is ingesteld op [0]
of [2]. Standaard is de lokale referentie alleen
actief in de handmodus.
Functie:
De motoras zal rechtsom draaien
wanneer de frequentieomvormer
als volgt in aangesloten: U -> U; V
-> V, en W -> W naar motor.
De motoras zal linksom draaien
wanneer de frequentieomvormer
als volgt in aangesloten: U -> U; V
-> V, en W -> W naar motor.
Advertenties
Inhoudsopgave
