Danfoss VLT AutomationDrive FC 300 Programmeerhandleiding pagina 68
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 300:
- Handleiding (283 pagina's) ,
- Programmeerhandleiding (233 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (143 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Parameterbeschrijving
4-37 Volgfout aan/uitloop
Range:
100
[1 - 600
RPM
RPM]
*
3
3
4-38 Volgfout time-out aan/uitloop
Range:
1.00 s
[0.00 - 60.00 s] Bepaalt hoe lang een fout die groter is
*
4-39 Volgfout na time-out aan/uitloop
Range:
5.00 s
[0.00 - 60.00 s] Stel in hoe lang 4-37 Volgfout aan/uitloop
*
3.6.3 4-5* Aanp. waarsch.
Gebruik deze parameters om waarschuwingsbegrenzingen
in te stellen voor stroom, snelheid, referentie en terugkop-
peling. Waarschuwingen die worden weergegeven op het
display kunnen worden geprogrammeerd als een uitgang of
via een seriële bus worden verstuurd.
Waarschuwingen worden weergegeven op het display, de
geprogrammeerde uitgang of de seriële bus.
68
FC 300 Programmeerhandleiding
Functie:
Bepaalt de maximaal toegestane volgfout
tussen de motorsnelheid en het feitelijke
vermogen van de aan/uitloop tijdens aan/
uitlopen. Bij een regeling zonder terugkop-
peling wordt de motorsnelheid geschat en bij
een regeling met terugkoppeling wordt deze
gebaseerd op de terugkoppeling van de
encoder/resolver.
Functie:
dan de ingestelde waarde in
4-37 Volgfout aan/uitloop tijdens het aan/
uitlopen wordt toegestaan.
Functie:
en 4-38 Volgfout time-out aan/uitloop
actief moeten blijven na de aan/uitloop.
MG.33.MA.10 – VLT
4-50 Waarschuwing stroom laag
Range:
0.00
[Application
A
dependant]
*
4-51 Warning Current High
Range:
Afhankelijk
van de
van de
toepassing
toepassing]
*
4-52 Waarschuwing snelheid laag
Range:
0 RPM
[Application
*
dependant]
4-53 Warning Speed High
Range:
Afhankelijk
van de
van de
toepassing
toepassing]
*
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Functie:
Stel de waarde voor I
LOW
motorstroom lager wordt dan deze
begrenzing verschijnt op het display de
melding Stroom laag. De signaaluitgangen
kunnen worden geprogrammeerd voor
het genereren van een statussignaal via
klem 27 of 29 (alleen FC 302) en via relais-
uitgang 01 of 02 (alleen FC 302). Zie de
afbeelding in deze sectie.
Functie:
[Afhankelijk
Stel de waarde voor I
Wanneer de motorstroom hoger
wordt dan de begrenzing verschijnt
op het display de melding Stroom
hoog. De signaaluitgangen kunnen
worden geprogrammeerd voor het
genereren van een statussignaal via
klem 27 of 29 (alleen FC 302) en via
relaisuitgang 01 of 02 (alleen FC
302). Zie de afbeelding in deze
sectie.
Functie:
Stel de waarde voor n
LOW
motorstroom deze begrenzing
overschrijdt, verschijnt op het display de
melding Snelheid laag. De signaaluit-
gangen kunnen worden
geprogrammeerd voor het genereren van
een statussignaal via klem 27 of 29
(alleen FC 302) en via relaisuitgang 01 of
02 (alleen FC 302).
Functie:
[Afhankelijk
Voer de waarde voor n
Wanneer de motorstroom deze
begrenzing overschrijdt, verschijnt
op het display de melding Snelheid
hoog. De signaaluitgangen kunnen
worden geprogrammeerd voor het
genereren van een statussignaal via
klem 27 of 29 (alleen FC 302) en via
relaisuitgang 01 of 02 (alleen FC
302). Programmeer het signaal voor
de hoge begrenzing van de
motorsnelheid n
HIGH
normale werkbereik van de frequen-
tieomvormer. Zie de afbeelding in
deze sectie.
in. Wanneer de
in.
HIGH
in. Wanneer de
in.
HIGH
binnen het
Advertenties
Inhoudsopgave
