Parameterbeschrijving
3.3.11 Aansluiting KTY-sensor
(Alleen FC 302)
KTY-sensoren worden met name gebruikt in servomotoren
met permanente magneten (PM-motoren) voor dynamische
3
3
aanpassing van de motorparameters, als statorweerstand
(1-30 Statorweerstand (Rs)) voor PM-motoren en tevens als
rotorweerstand (1-31 Rotorweerstand (Rr)) voor asynchrone
motoren, afhankelijk van de wikkelingstemperatuur. De
berekening is als volgt:
Rs
=
Rs
C x
(1 + α
20°
KTY-sensoren kunnen worden gebruik voor motorbevei-
liging (1-97 KTY-drempelwaarde).
De FC 302 kan werken met drie typen KTY-sensoren, gedefi-
nieerd in 1-95 KTY-sensortype. De actuele sensortemperatuur
kan worden uitgelezen via 16-19 KTY-sensortemperatuur.
NB
Als de temperatuur van de motor via een thermistor of een
KTY-sensor wordt gebruikt, wordt in geval van kortsluitingen
tussen motorwikkelingen en sensor niet voldaan aan PELV.
Om aan PELV te voldoen moet de sensor extra zijn
geïsoleerd.
48
FC 300 Programmeerhandleiding
cu x
Δ
T
) Ω
waarbij
α
= 0.00393
cu
MG.33.MA.10 – VLT
1-95 KTY-sensortype
Option:
[0]
KTY-sensor 1 1 kΩ bij 100 °C
*
[1]
KTY-sensor 2 1 kΩ bij 25 °C
[2]
KTY-sensor 3 2 kΩ bij 25 °C
1-96 KTY-thermistorbron
Option:
[0]
Geen
*
[2]
Anal.
ingang 54
1-97 KTY-drempelwaarde
Range:
80 C
[-40 - 140
*
C]
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Functie:
Selecteer het gebruikte type KTY-sensor. Deze
parameter is alleen beschikbaar voor de FC
302.
Functie:
Analoge ingang 54 kan worden gebruikt als KTY-
sensoringang. Klem 54 kan niet worden
geselecteerd als KTY-bron als deze al als
referentie wordt gebruikt (3-15 Referentiebron 1
tot 3-17 Referentiebron 3).
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de FC
302.
NB
Aansluiting van KTY-sensor tussen klem 54
en 55 (GND). Zie afbeelding in de sectie
Aansluiting KTY-sensor.
Functie:
Stel de KTY-sensordrempelwaarde voor
thermische motorbeveiliging in.
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de
FC 302.