Parameterbeschrijving
2-11 Remweerstand (ohm)
Range:
Afhankelijk
van de
toepassing
*
3
3
2-12 Begrenzing remvermogen (kW)
Range:
Afhankelijk
van de
[Afhankelijk
toepassing
van de
*
toepassing]
50
Functie:
[Afhankelijk
Stel de weerstandswaarde in ohm
van de
in. Deze waarde wordt gebruikt
toepassing]
voor het bewaken van het
vermogen naar de remweerstand in
2-13 Bewaking remvermogen. Deze
parameter is alleen actief bij
frequentieomvormers met een
ingebouwde dynamische rem.
Gebruik deze parameter voor
waarden zonder decimalen. Gebruik
30-81 Remweerstand (ohm) voor
waarden met twee decimalen.
Functie:
Par. 2-12 geeft het verwachte
gemiddelde vermogen dat zal worden
afgevoerd in een periode van 120 s. De
waarde wordt gebruikt als een
bewakingslimiet voor par. 16-33
Remenergie/2 min. en bepaalt zo
wanneer er een waarschuwing/alarm
moet worden gegenereerd.
De waarde voor par. 2-12 kan worden
berekend met behulp van de volgende
formule.
2
U
V
×
br
P
W
=
br,avg
R
Ω
×
br
P
is het gemiddelde vermogen dat
br,avg
wordt afgevoerd in de remweerstand,
R
is de weerstand van de
br
remweerstand. t
is de actieve remtijd
br
binnen de periode van 120 s, T
U
is de DC-spanning wanneer de
br
remweerstand actief is. Deze is
afhankelijk van het type eenheid, zoals
hieronder aangegeven.
T2-eenheden: 390 V
T4-eenheden: 778 V
T5-eenheden: 810 V
T6-eenheden: 943 V/1099 V voor frame
D-F
T7-eenheden: 1099 V
Wanneer R
onbekend is of wanneer
br
T
geen 120 s is, is een praktische
br
benadering nodig: voer de remtoe-
passing uit, lees par. 16-33 uit en
programmeer deze waarde plus 20%
in par. 2-12.
MG.33.MA.10 – VLT
FC 300 Programmeerhandleiding
2-13 Bewaking remvermogen
Option:
[0]
Uit
*
[1]
Waarsch.
[2]
Uitsch.
[3]
Waarsch.
en uitsch.
t
s
br
Als vermogensbewaking is ingesteld op Uit [0] of Waarsch.
T
s
br
[1] zal de remfunctie actief blijven, zelfs wanneer de
bewakingslimiet is overschreden. Dit kan leiden tot
thermische overbelasting van de weerstand. Het is ook
mogelijk om een waarschuwing te genereren via een relais-/
digitale uitgang. De meetnauwkeurigheid van de
.
vermogensbewaking is afhankelijk van de nauwkeurigheid
br
van de weerstand (beter dan ± 20%).
2-15 Remtest
Option:
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Functie:
Deze parameter is alleen actief bij frequentieom-
vormers met een ingebouwde dynamische rem.
Deze parameter zorgt voor bewaking van het
vermogen naar de remweerstand. Het vermogen
wordt berekend op basis van de waarde van de
weerstand (2-11 Remweerstand (ohm)), de DC-
tussenkringspanning en de cyclustijd van de
weerstand.
Geen bewaking van het remvermogen nodig.
Hiermee wordt een waarschuwing op het display
weergegeven wanneer het vermogen dat
gedurende 120 seconden wordt afgegeven,
hoger is dan 100% van de bewakingslimiet
(2-12 Begrenzing remvermogen (kW)).
De waarschuwing verdwijnt wanneer het
afgegeven vermogen lager wordt dan 80% van
de bewakingslimiet.
De frequentieomvormer wordt uitgeschakeld en
er wordt een alarm weergegeven wanneer het
berekende vermogen groter is dan 100% van de
bewakingslimiet.
Beide bovengenoemde functies worden
geactiveerd, inclusief waarschuwing, uitscha-
keling (trip) en alarm.
Functie:
Selecteer een test/bewakingsfunctie om de
aansluiting naar de remweerstand te controleren,
of om te controleren of een remweerstand
aanwezig is, en een waarschuwing of alarm weer
te geven in geval van een fout.
NB
De remtest wordt uitgevoerd bij inschakeling
van de frequentieomvormer. De rem-IGBT-
test wordt echter uitgevoerd als er niet
wordt geremd. Een waarschuwing of uitscha-
keling (trip) deactiveert de remfunctie.
De testvolgorde is als volgt: