Parameterbeschrijving
3.20 Parameters: 30-** Speciale functies
3.20.1 30-0* Wobbelfunctie
De wobbelfunctie wordt hoofdzakelijk gebruikt voor wikkel-
toepassingen voor synthetische garens. De wobbeloptie
moet worden geïnstalleerd in de frequentieomvormer die de
traverseaandrijving regelt. De frequentieomvormer voor de
traverseaandrijving zal het garen in een ruitvormig patroon
heen en weer leiden over het oppervlak van de garenspoel.
Om een opeenhoping van garen op dezelfde punten op het
oppervlak te voorkomen, moet dit patroon worden
gevarieerd. De wobbeloptie kan hiervoor zorgen door de
traversesnelheid continu te variëren in een program-
meerbare cyclus. De wobbelfunctie wordt gecreëerd door
een deltafrequentie in de buurt van een centrale frequentie
over deze frequentie heen te zetten. Om de massatraagheid
in het systeem te compenseren, kan een snelle frequentie-
sprong worden opgenomen. Het is ook mogelijk om de
wobbeloptie in te stellen op een willekeurige wobbelver-
houding; dit is met name geschikt voor toepassingen met
elastische garens.
30-00 Wobbelmodus
Option:
Functie:
De standaard snelheidsregeling zonder
terugkoppeling in par. 1-00 is uitgebreid
met een wobbelfunctie. Met deze functie
kan worden ingesteld welke methode moet
worden gebruikt voor de wobbelfunctie. De
frequentieparameters kunnen worden
ingesteld als absolute waarden (directe
frequenties) of als relatieve waarden
(percentage van een andere parameter). De
wobbelcyclustijd kan worden ingesteld als
een absolute waarde of als afzonderlijke
aan- en uitlooptijden. Bij gebruik van een
absolute cyclustijd worden de aan- en
uitlooptijden geconfigureerd op basis van
de wobbelverhouding.
[0]
Abs freq, abs
*
tijd
[1]
Abs fr aan/
uitlooptijd
[2]
Rel freq, abs
tijd
FC 300 Programmeerhandleiding
®
MG.33.MA.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
30-00 Wobbelmodus
Option:
Functie:
[3]
Rel fr aan/
uitlooptijd
NB
Deze parameter kan worden ingesteld terwijl de motor
loopt.
NB
De 'centrale frequentie' wordt ingesteld met behulp van de
normale referentieparameters in par. 3-1*.
30-01 Wobbel deltafrequentie [Hz]
Range:
Functie:
5.0
[0.0 -
De deltafrequentie bepaalt de hoogte van de
Hz
25.0 Hz]
wobbelfrequentie. De deltafrequentie wordt
*
over de centrale frequentie heen gezet.
Parameter 30-01 selecteert zowel de positieve
als de negatieve deltafrequentie. De instelling
van par. 30-01 mag daarom niet hoger zijn dan
de instelling voor de centrale frequentie. De
initiële aanlooptijd vanaf stilstand tot aan de
start van de wobbelcyclus wordt bepaald door
de instellingen in par. 3-1*.
30-02 Wobbel deltafrequentie [%]
Range:
Functie:
25 %
[0 - 100 %] De deltafrequentie kan ook worden
*
uitgedrukt als een percentage van de
centrale frequentie en kan daarom maximaal
100% zijn. De functie is identiek aan die van
par. 30-01.
30-03 Wobbel deltafreq. schalingsbron
Option:
Functie:
Selecteer welke omvormeringang moet
worden gebruikt om de instelling voor
de deltafrequentie te schalen.
[0]
Geen functie
*
[1]
Anal. ingang 53
[2]
Anal. ingang 54
[3]
Freq.-ingang 29
Alleen FC 302
[4]
Freq.-ingang 33
[7]
Anal. ingang X30/11
[8]
Anal. ingang X30/12
[15] Analog Input X48/2
3
3
165