Parameterbeschrijving
3.6.2 4-3* Bew. motorterugk.
De parametergroep bevat instellingen voor het bewaken en
afhandelen van motorterugkoppelingsapparatuur zoals
encoders, resolvers enz.
4-30 Motorterugkoppelingsverliesfunctie
Option:
Functie:
Selecteer hoe de frequentieomvormer
moet reageren als er een terugkoppe-
lingsfout wordt gedetecteerd. De
geselecteerde actie wordt uitgevoerd
als de afwijking van het terugkoppe-
lingssignaal ten opzichte van de
uitgangssnelheid groter is dan is
ingesteld in 4-31 Motorterugkoppe-
lingssnelh. fout gedurende de tijd die is
ingesteld in 4-32 Motorterugkoppe-
lingsverliestime-out.
[0]
Uitgesch.
[1]
Waarschuwing
[2]
Uitschakeling (trip)
*
[3]
Jog
[4]
Uitgang vasth.
[5]
Max. snelh.
[6]
Naar reg zndr terugk
[7]
Kies setup 1
[8]
Kies setup 2
[9]
Kies setup 3
[10] Kies setup 4
[11] Stop en uitsch.
4-31 Motorterugkoppelingssnelh. fout
Range:
Functie:
300 RPM
[1 - 600 RPM] Stel de maximaal toegestane volgfout
*
tussen de berekende en de feitelijke
uitgangssnelheid van de mechanische
as in.
FC 300 Programmeerhandleiding
®
MG.33.MA.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
4-32 Motorterugkoppelingsverliestime-out
Range:
Functie:
0.05 s
[0.00 - 60.00 s] Stel in gedurende welke tijd de ingestelde
*
snelheidsfout in 4-31 Motorterugkoppe-
lingssnelh. fout mag worden
overschreden.
4-34 Volgfoutfunctie
Option:
Functie:
Selecteer hoe de frequentieomvormer moet
reageren als er een volgfout wordt
gedetecteerd.
Met terugkoppeling: De volgfout wordt
gemeten tussen de uitgang van de rampge-
nerator en de snelheidsterugkoppeling
(gefilterd).
Zonder terugkoppeling: De volgfout wordt
gemeten tussen de uitgang van de rampge-
nerator, met slipcompensatie, en de frequentie
die naar de motor wordt gestuurd (16-13).
De reactie zal worden geactiveerd als het
gemeten verschil groter is dan de ingestelde
waarde in par. 4-35 gedurende de ingestelde tijd
in par. 4-36.
Een volgfout bij een regeling met terugkop-
peling betekent niet dat er een probleem is met
het terugkoppelsignaal! Een volgfout kan het
gevolg zijn van de koppelbegrenzing bij te
zware belastingen.
[0]
Uitsch.
*
[1]
Waarsch.
[2]
Uitsch.
[3]
Uitsch. na
stop
4-35 Volgfout
Range:
Functie:
10
[1 - 600
Bepaalt de maximaal toegestane volgfout
RPM
RPM]
tussen de motorsnelheid en het feitelijke
*
vermogen van de aan/uitloop wanneer er
geen aan/uitloop plaatsvindt. Bij een regeling
zonder terugkoppeling wordt de
motorsnelheid geschat en bij een regeling met
terugkoppeling wordt deze gebaseerd op de
terugkoppeling van de encoder/resolver.
4-36 Volgfouttime-out
Range:
Functie:
1.00 s
[0.00 - 60.00 s] Bepaalt hoe lang een fout die groter is
*
dan de ingestelde waarde in
4-35 Volgfout wordt toegestaan.
3
3
67