Configuratie met PROFINET
5
Instelling van de frequentieregelaar MOVITRAC
5.4
Instelling van de frequentieregelaar MOVITRAC
46
Voor de besturing van de frequentieregelaar via PROFINET moet deze van tevoren
omgeschakeld worden naar Control source (P101) en Setpoint source (P100) = SBus.
Met de instelling op SBus wordt de regelaar geparametreerd op de setpoint-overname
van de gateway. Nu reageert de frequentieregelaar MOVITRAC
data, die door de overkoepelende besturing worden verzonden.
Om de frequentieregelaar MOVITRAC
laten stoppen, moet de SBus1 time-outtijd (P815) ongelijk aan 0 ms ingesteld worden.
Wij raden een waarde in het bereik 50 ... 200 ms aan.
De activering van de stuur- en setpointbron SBus wordt aan de overkoepelende bestu-
ring gemeld met de bit "SBus mode active" in het statuswoord.
Om veiligheidstechnische redenen moet de regelaar voor de besturing via het veldbus-
systeem bovendien op de klemmen worden vrijgegeven. Daarom moeten de klemmen
zo worden aangesloten en geprogrammeerd dat de regelaar via de ingangsklemmen
wordt vrijgegeven. De eenvoudigste variant om de frequentieregelaar op de klemmen
vrij te geven, is bijv. op de ingangsklem DIØ1 (functie CW/STOP) een DC+24V-signaal
te geven en de parametrering van de overige ingangsklemmen te programmeren op
NO FUNCTION.
AANWIJZINGEN
•
Parametreer de parameter P881 SBus address in oplopende volgorde op waarde
1 ... 8.
•
Het SBus-adres 0 wordt door de DFE32B-gateway gebruikt en mag daarom niet
worden gebruikt.
•
Parametreer P883 SBus timeout op waarde 50 ... 200 ms.
®
B
®
B
®
B bij een storing in de SBus-communicatie te
Handboek – Veldbusinterface DFE32B PROFINET IO
11736AEN
®
op de procesuitgangs-