•
•
•
•
•
Handboek – Veldbusinterface DFE32B PROFINET IO
Configuratie van de PROFINET-IO-controller
Sleep de optie "MDX61B+DFE32B" [2] met de muis naar PROFINET IO/System en
wijs de PROFINET-stationsnaam toe.
Deze naam moet later met de in de DFE32B ingestelde PROFINET-apparaatnaam
overeenkomen.
Wis de invoer in slot 2 om met de configuratie voor uw toepassing te kunnen
beginnen. Kies de voor uw toepassing vereiste procesdataconfiguratie.
Voer de I/O- en periferieadressen voor de geconfigureerde databreedten in en sla de
configuratie op.
Voor de configuratie met PROFINET wordt het slot-model gebruikt. Hierbij is iedere
slot (insteekplaats) aan een communicatie-interface van de DFE32B toegewezen.
Slot 1: Moet zijn toegewezen aan Slot not used [1]
Slot 2: PD Channel [2]. Aantal procesdata dat tussen PROFINET IO-Controller en
PROFINET IO-Device cyclisch wordt uitgewisseld.
Breid uw gebruikersprogramma uit met de data-uitwisseling met de nieuwe
apparaten.
De overdracht van procesdata is consistent. SFC14 en SFC15 kunnen niet voor de
overdracht van procesdata worden gebruikt.
Configuratie met PROFINET
[1]
[2]
5
62335AEN
31