5.2
Auto-setup voor gateway-bedrijf
Met de functie Auto-setup kan de DFE32B als gateway zonder pc in bedrijf gesteld
worden. Deze functie wordt door de DIP-switch Auto-setup (zie hoofdstuk "Installatie
van de gateway DFE32B/UOH11B" op pagina 17) geactiveerd.
AANWIJZING
•
Als eerste zoekt de DFE32B naar applicatieregelaars op de SBus die een niveau lager
ligt. Dit geeft hij aan door de led H1 (systeemfout) kortstondig te laten knipperen. Bij de
applicatieregelaars moeten hiertoe verschillende SBus-adressen ingesteld zijn (P813).
Wij raden aan om de adressen vanaf adres 1 in oplopende volgorde toe te wijzen
volgens de indeling van de regelaars in de schakelkast. Voor elke gevonden applicatie-
regelaar wordt de processtructuur aan de veldbuszijde met drie woorden uitgebreid.
Als er geen applicatieregelaar gevonden is, blijft de led H1 aan. Er wordt met maximaal
acht regelaars rekening gehouden. De volgende afbeelding laat de processtructuur zien
voor drie applicatieregelaars met telkens drie woorden aan procesuitgangsdata en pro-
cesingangsdata.
Na de zoekactie wisselt de DFE32B cyclisch drie procesdatawoorden met elke aange-
sloten applicatieregelaar uit. De procesuitgangsdata worden van de veldbus gehaald, in
blokken van drie verdeeld en verzonden. De procesingangsdata worden door de appli-
catieregelaars gelezen, samengevoegd en aan de veldbus-master overgedragen.
De cyclustijd van de SBus-communicatie heeft 2 ms per station nodig bij een SBus-
baudrate van 500 kBit/s zonder extra engineeringactiviteiten.
Bij een applicatie met acht regelaars op de SBus is de cyclustijd van de update van de
procesdata dus 8 x 2 ms = 16 ms.
AANWIJZING
•
•
•
•
Handboek – Veldbusinterface DFE32B PROFINET IO
Als de DIP-switch Auto-setup wordt ingeschakeld, wordt de functie één keer uitge-
voerd. Daarna moet de DIP-switch Auto-setup ingeschakeld blijven. Door de
schakelaar uit en weer in te schakelen kan de functie opnieuw worden uitgevoerd.
Voer in de volgende gevallen de auto-setup nogmaals uit, omdat de DFE32B deze
waarden bij auto-setup eenmalig opslaat. Daarbij dienen alle apparaten die aan de
SBus zijn gekoppeld te zijn ingeschakeld. Tegelijkertijd mogen de toekenningen van
de procesdata van de aangesloten applicatieregelaars na de auto-setup ook niet
meer dynamisch worden gewijzigd Voer de auto-setup nogmaals uit:
als u de toekenningen van de procesdata van de aan de DFE32B aangesloten appli-
catieregelaar wijzigt;
als u het SBus-adres van een aangesloten apparaat hebt gewijzigd;
als u verdere apparaten toevoegt of verwijdert.
Configuratie met PROFINET
Auto-setup voor gateway-bedrijf
5
43