Configuratie met PROFINET
5
Configuratie van de PROFINET-IO-controller
Configuratie
stations
32
Na het configureren van de afzonderlijke slots (insteekplaatsen) moeten de instellingen
voor het nieuw ingevoerde station verder worden geconfigureerd. Door te dubbelklikken
op het apparaatsymbool van het nieuwe station wordt het volgende dialoogvenster
opgeroepen.
[2]
[1]
[3]
[1]
Tabblad "General"
[2]
Tabblad "IO Cycle"
[3]
Invoerveld "Device name"
[4]
Knop "Ethernet"
•
Op het tabblad "General" [1] dient u in het invoerveld "Device Name" [3] de eerder
toegewezen apparaatnaam in te voeren. Let daarbij op het gebruik van kleine en/of
hoofdletters.
Handboek – Veldbusinterface DFE32B PROFINET IO
[4]
62255AEN