Configuratie met PROFINET
5
Configuratie van de PROFINET-IO-controller
5.1.2
De PROFINET -koppeling voor MOVIDRIVE
Een nieuw project
aanmaken
30
AANWIJZING
De IO-controller mag daarbij nog geen cyclische gegevens met de IO-apparaten uit-
wisselen.
•
Druk opnieuw op de knop [Browse] [6] om te controleren of de instellingen zijn over-
genomen.
Druk op de knop [Close] [1].
•
Met de knop [Reset] [9] kunt u de apparaatnaam van de DFE32B online resetten.
Daarna moet u de DFE32B opnieuw opstarten.
Start de SIMATIC-manager en maak een nieuw project aan. Kies uw besturingstype en
voeg de gewenste modules toe. Zinvol zijn vooral de modules OB82, OB86 en OB122.
De module OB82 zorgt ervoor dat de besturing bij zogenaamde diagnosealarmmel-
dingen niet op "STOP" wordt gezet. De module OB86 geeft de uitval van de decentrale
periferie aan. De module OB122 wordt opgeroepen als de besturing geen toegang kan
krijgen tot gegevens van een station van de decentrale periferie. Dit kan bijvoorbeeld
gebeuren als de DFE32B later bedrijfsgereed is dan de besturing.
•
Start STEP 7 HWCONFIG en kies in het control-rack de PN-IO-insteekplaats.
•
Klik op de rechtermuisknop en voeg in het contextmenu een PROFINET IO-systeem
in. Wijs daarbij een IP-adres voor de PROFINET IO-controller toe. Voeg met de knop
[Ethernet] een nieuw PROFINET-subsysteem in.
•
Open in de hardwarecatalogus [PROFINET IO] / [Additional Field Units] / [Drives] /
[SEW] / [DFE12B(2Ports)] [1].
®
B configureren
Handboek – Veldbusinterface DFE32B PROFINET IO
[1]
[2]
62334AEN